’De tweede stem werd er bij bedacht 12 Oefenen, oefenen. Ans Pater en Ineke Jaspers. Kapelaan Gerard Zaal, de stimulator van de Jeugdbeweging. schrift waarin de teksten genoteerd ston den. Schriften overigens, die Ans later tussen de inboedel van zowel moeder als oma vond. Ook bij Ineke Jaspers, dochter van Weijert Jaspers en Corrie Broersen, zat de muziek in de genen. Vader Weijert was veel met muziek bezig als koorzanger en lid van de fanfare. Samen gingen Ans en Ineke op gitaarles bij de heer Geerling in Oudkarspel. De fijne kneepjes leerden ze tenslotte bij plaatsgenoot Cees Pancras. Op 22 april 1964 kwam Gré Bruin er bij en veranderde het duo in een trio. Ze vonden toen eigenlijk wel dat er een naam voor hun groep nodig was. Die werd snel gevonden: de beginletters van hun namen vormden samen het woord: de Greanti ’s. Dat klonk goed, vonden ze en het was het begin van vele jaren muzikaal plezier. Het schriftje De eerste bruiloft was, zoals reeds ver meld, in 1963. Er zouden er nog vele vol gen. Ans Pater hield een boekhouding bij van de optredens. Ze schreef daar niet alleen de datum, de naam van het bruids paar en de opbrengst van de collecte in, maar ook allerlei dingen die het trio op viel. Zo werden brieljes van tien apart vermeld en werden de zaaleige- naren genoemd (in Waarland Stoop, Jonker en in Zijdewind Steenman). Als een café ver kocht was, stond er keurig de vermelding dat café Jonker nu in handen is van Cees Valk. fe- Uit de aanteke- ■w ningen bleek dat ze meestal in cafés optraden. Ze gingen ook naar Warmenhuizen, Tuitjenhorn, Heerhugo- waard en zelfs in Hoorn traden ze op. Als ze buiten Waarland optraden reed de vader van Gré, Piet Bruin, het drietal meestal naar de plaats van bestemming. Het trio zong een gevarieerd aantal lied jes, meestal uit het Hollandse repertoire. De teksten hoorden ze op de radio en werden in een schrift genoteerd. Een behulpzame hand hierbij leverde Inekes moeder. Zij was namelijk vanwege reu ma invalide en lag daarom veel in bed. Ze luisterde dan vaak naar Radio Vero nica en elke keer als ze een tophit hoorde, schreef ze enkele regels van het liedje op. Later namen nieuwerwetse apparaten, de pick-up en de bandrecorder, dit over. Als de tekst compleet was, zetten de meiden de akkoorden er bij. Het schriftje werd steeds voller. Tegen de 100 liedjes stonden tenslotte op het repertoire, van Harlekino tot Marina. Een meezinger van de eerste orde was ook: Bai oos in Lange- dijk. Een speciaal liedje schreef de moeder van Gré Bruin voor hen op de wijze van Het Vissersmeisje, getiteld Hulde Gelukkig Bruidspaar. Op iedere trouwerij zorgde dit voor de nodige ontroering bij de aanwezigen. Het inoefenen van de liedjes deden ze eerst zelf. Maar omdat ze alledrie gitaar les van Geerling kregen, hielp die ook een handje. Later gaf hij ook aanwij zingen voor de talentenjachten. De twee de stem werd er dan al oefenend bij be dacht. Onder de middag bij elkaar thuis, in huis of in de tuin repeteerden ze. Om de kwaliteit nog meer op te schroeven, kwam er zelfs een keer per week een vaste repetitieavond. Eerst deden ze alles zelf, maar later vond de parochiële Jeugdraad dat ze wel wat extra hulp konden gebruiken. De Jeugd raad schakelde toen Cees Pancras in. Cees, die zijn sporen verdiend had bij de Cromico’s en in zijn diensttijd, hielp, tegen een kleine vergoeding, de meiden met de performance van de liedjes. Zelf hebben ze er, naast de waardering, niet veel aan overgehouden. In 1966 bestond hun beloning uit een plak chocolade en een zakagenda. a J '5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2008 | | pagina 12