18
Allicht dat de bevrij-
dingsboom niet wilde
groeien met een
dergelijk stuk beton
als ondergrond.
Op dit pleintje stond elke zaterdagavond
en zondagmiddag een groep jongens van
twaalf tot twintig jaar. Tegen de leuning
van de Smidsbrug, bij de mast of, bij
regenachtig weer, tegen de darsdeuren
van de boerderij van Jonker. Vaak lapten
ze dan wat centen bij elkaar en kochten
in het winkeltje van Anna Koning een
grote zak sausies (pelpinda’s). Onder het
pellen en eten daarvan werd baldadig
heid bedacht. Vaak opereerden ze in kleine
groepjes. Zo werd op een keer een broek
van een bleekveld gestolen, vol stro ge
stopt en vervolgens tussen twee palen
over de Kerkweg gehangen. De jongens
gingen achter een heg liggen om te horen
hoe de voorbijgangers hierop reageerden.
Begin jaren dertig werd de hangplek
verplaatst naar het draaibare ziekententje
naast de boerderij van Siem Jonker en
Afra Plijter. In dit tentje lag hun zoon
Willem. Hij had tuberculose en om van
deze infectieziekte te genezen moest
hij veel frisse lucht hebben. Alleen
liggen vond hij maar niks, hij wilde
graag reuring om zich heen. Zo begon
hij een handeltje in snoep en rookwerk.
De voorraad lag onder zijn bed. Elke
zondagmiddag en ook vaak door de
week zat het tentje vol met jongens.
Suze Dekker woonde naast de familie
Jonker en nam haar buurjongen vaak in
bescherming. Als er teveel werd gerookt,
zette ze deuren wijd open en sommeerde
ze de jongelui hun sigaretten te doven.
Op de plaats van de boerderij van Jonker
kwam in 1938 de Spar-winkel van Cor
Bruin. Voetballen werd een geliefde
bezigheid, dit tot ergernis van Bruin, die
regelmatig een ruit zag sneuvelen. Vaak
draaide hij voor de kosten op, want de
daders lagen op het kerkhof. In de oorlogs
jaren was het pleintje ook een verzamel
punt van ouderen. Ze kwamen daar bij
elkaar om de nieuwtjes uit te wisselen.
Zoals in vele Westfriese dorpen trok men
zich ook in Waarland weinig aan de voor
geschreven spertijd. Dit leidde in 1943 tot
een razzia in het dorp. Er werd door de
bezetters jacht gemaakt op alle Bruinen
en door een tragisch misverstand werd op
3 mei van dat jaar Piet Pater op De Weel
doodgeschoten. In januari 1944 kwam
bij de familie Bruin een onderduiker. Dit
bleek een infiltrant te zijn. Het gevolg
was dat Jan Bruin, Jan Nieuwboer en
Piet Kuijs werden opgepakt en enkele
maanden naar de gevangenis aan de
Weteringschans te Amsterdam moesten.
In het krantenverslag staat dat Maarten
Burger verklaarde dat de boom in
1947 goed was geplaatst maar dat
wijlen burgemeester Nolet de schop
toen verkeerd hield. Waarschijnlijk
wist het college niet dat onder de boom
nog een groot stuk beton lag. Dit brok
beton kwam in 2004 tevoorschijn toen
de Veluweweg grondig op de schop
ging en de riolering werd verbeterd.
Waarschijnlijk heeft de eerste boom
daardoor niet lang kunnen gedijen.
Na de oorlog verdwenen in het dorp de
bovengrondse elektriciteitsleidingen en
daarmee ook de houten palen en de
ijzeren mast op kruising Veluweweg-
Kerkweg. Op de plaats van de mast
plantte de burgemeester van Harenkarspel
op 5 mei 1947 een vredesboom. Hoelang
deze boom daar heeft gestaan is niet
bekend. Veertig jaar na het planten van
de eerste boom is bij de kruising een
nieuwe bevrijdingsboom geplant. Bij
de boom is een bank met een plaquette
geplaatst met daarop de volgende tekst:
Vredesboom
De vredesboom werd op 5 mei 1947
voor de eerste maal geplant door Burg.
H. Nolet en herplant op 5 mei 1987
door Wethouder Treur.
Deze boom werd aangeboden door
L. en J. Stoop Groenvoorziening BV.
Ter gelegenheid van het 20-jarig
bestaan van dit bedrijf.
1
hik