De loop van de ringsloot tussen de Waarlands- en Slootgaardpolder is op verschillende plaatsen nog herkenbaar. Hier loopt de sloot langs het pad naar de woning van de fam. Zijp-Bruin. kreeg de opdracht om de nieuwe polder in kaart te brengen. Kort daarna werd de beslaglegging op de bezittingen van het Huis Egmond omgezet in een openbare verkoop door de Staten van Holland. De heerlijkheidsrechten over Haringcarspel, inclusief de Slootgaard, kwamen in han den van Jacob Huijgensz. van der Dussen. De eigendommen in de Nieuwe Sloot gaard 2) gingen naar de Heren Schouten, Van Steenbom en Sonck. Een pad naar de Middenweg De eerste huijsmanswoning, zoals men een boerderij toen noemde, werd in de noordwest hoek aan de ringsloot en aan de Middenweg gebouwd (nu: nummer 41). Het boerenhuis bestond uit twee delen: een stalling voor het vee en een primitief onderkomen voor de boer en zijn gezin. Er kwam nog een vervelende kwestie aan de orde. Voor de drooglegging van de Slootgert hadden boeren uit Zijdewind en Oude Niedorp stukken rietland gekocht of in eigendom gekregen van het Graaf schap Holland. De bedijkers hadden, zonder toestemming van het graafschap Holland, het deel van de Slootgert dat niet tot het Huis Egmond behoorde, ook drooggemalen. Het was niet meer terug te draaien. Beide partijen sloten een regeling, waarvan het gevolg nu nog merkbaar is. Zo behoort ruim 10% van de polder nog steeds tot de gemeente Niedorp. Het polderbestuur was verant woordelijk voor de wegen. Maar het onderhoud hiervan schoot er vaak bij in. Dit kwam omdat de waterhuishouding altijd de hoogste prioriteit had en de we gen relatief weinig werden ge bruikt. De molen moest altijd maalvaar- dig zijn en de sloten en duikers vrijge houden van flab en andere waterplanten. Tussen de Waarlands- en de Slootgaard polder was het niveauverschil ongeveer 40 cm en er liep een ringsloot tussen beide polders. Om kosten uit te sparen besloten de polderbesturen in 1823 de sloot af te dammen. Hiervoor moesten het bestuur van het Geestmerambacht én alle ingelanden toestemming geven. In een brief ondertekend door alle eige naren lezen wijWij verklaren het zeer nuttig te oordelen, dat de ringsloot tus- schen deze twee polders wordt afgedamd aan de oostzijde daar, dezelve begint aan de Wael, en aan de westzijde, even ten oosten van het huis van Jan Zeelst. En de vervallen ringkade zoude verblijve voor de eigenaren derzelve. De klus was in een paar weken geklaard waardoor de samenwerking tussen beide polders van korte duur was. Elke polder bleef zelfstandig, ieder met een eigen bestuur en reglement. De klei van de nieuwe polder leende zich uitstekend voor grasland. Maar al spoedig bleek dat in natte periodes het vee in het water liep. De achtkante binnenkruier had moeite om het water in de polder op peil te houden. Er werd een tweede of ondermolen bij gebouwd, zodat ze samen het water op het Raaks- maatsboezem konden lozen. In het begin verhuurden de bedijkers hun land aan veeboeren, die hoofdzakelijk uit Zijdewind, Kalverdijk en Oudkarspel kwamen. Later kochten deze boeren het land en lieten een eenvoudige boeren plaats bouwen aan de ringsloot. Zo konden ze gemakkelijk met hun producten over het water naar Schagen of Alkmaar. Om te voet ergens te komen, was er een pad vanaf hun woning naar de Middenweg of naar de Sandweg. Er kwamen drie stolpen aan de noordzijde, één aan de zuidzijde en twee nabij Zijdewind. 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2007 | | pagina 30