48
Waarland vanuit de lucht.
Rechtsonder zijn de
contouren van ijsbaan
‘De Kuil zichtbaar.
fa. L. J. Stoop was toen al provisorisch
een ijsbaan gecreëerd. Door middel van
diepploegen was een grondwal opgewerkt.
Daarna was het terrein met medewerking
van het polderbestuur, dat voor voldoende
oppervlaktewater had gezorgd, onder water
gezet. Op die manier kon het bestuur even
tuele problemen met wateroverlast elders
alvast aanzien. Dat de ijsbaan inmiddels
onder water stond was de meeste Waar-
landers ontgaan vanwege de bebouwing,
die de baan aan het directe zicht onttrok.
Het wachten was nog op berichten dat de
temperaturen zouden gaan dalen en de
kans zou bestaan om te kunnen schaatsen.
Op dat moment zou de verlichting wor
den geplaatst en zou Dick van der Gulik,
eigenaar van café De Posthoorn, een echt
ouderwetse koek-en-zopietent verzorgen.
Inmiddels had het bestuur naarstig contact
gezocht met B en W om te polsen wat
deze van de plannen dacht. En of er
eventueel een mogelijkheid was de plan
nen financieel te steunen. Gezien het tempo
waarin de nieuwe plannen werden gerea
liseerd, zag de gemeente nog geen moge
lijkheid om al in het lopende seizoen on
dersteuning te bieden.
Voorwaar een voortvarende aanpak van
het nieuwe bestuur en een hoopvol nieuw
begin!
Opnieuw waternood
Helaas bleek ook op deze plannen voor
alsnog geen zegen te rusten en kreeg de
club te maken met tegenslag. De baan
Kromme tenen
Eind 1980 had het bestuur de
gemeente gevraagd om mede
werking bij de realisatie van
haar plannen. De gemeente
lijke molens konden de snel
heid van het bestuur niet aan,
maar ze maalden wel door. Zo
vermeldde de raadsagenda
voor 3 september 1981:
Grondonderzoek: In verband
met de plannen in Waarland
om achter ’t café ‘De Post
hoorn een ijsbaan aan te leg
gen is er aan de Ned. Heidemij
gevraagd wat de kosten zouden
zijn van ’n grondonderzoek ter
plaatse. Deze kosten worden geraamd op
f4.000.- exclusief B.T.W. Als toelichting
werd tijdens de vergadering gemeld dat
het onderzoek nodig is om te bekijken of
lag er aanvankelijk prachtig bij, vol met
water. Maar op een zeker moment ging er
iets fout. De baan liep leeg; vermoedelijk
omdat de drainage, die was afgedicht, het
begaf. En toen stond het bestuur voor een
lastig dilemma.
Het leek het beste om niet iedere keer de
baan weer vol te laten lopen. Hier waren
forse kosten aan verbonden. Men koos
er voor te wachten tot er goed vriezend
weer in het verschiet lag. Een paar graden
vorst zou namelijk niet voldoende zijn.
Tot teleurstelling van enkele leden liet
het bestuur zich daarna verrassen door
een gril van koning Winter. Die had in
deze matige kwakkelwinter een koude
verrassing in petto. Op vrijdag 20 februari
voorspelden de weerkundigen voor het
weekend nog regen, maar zaterdagmiddag
stelden zij hun verwachting plotseling
bij: 5 tot 10 graden vorst. De temperatuur
zakte die zaterdag in De Bilt nog tot
-10.1° C, de laagste temperatuur van die
hele winter.
Het bestuur was te laat. Om te kunnen
pompen zou eerst nog water in de sloten
moeten worden gelaten en voordat de baan
dan onder water zou staan was er toch
zo’n 1^ dag voorbij. Daarmee waren ze
te laat om van de koude nachten te kunnen
profiteren. Of de baan, wanneer deze wel
tijdig vol had gestaan, über
haupt sterk genoeg zou zijn
geworden voor de ongetwijfeld
vele bezoekers, valt te betwij
felen.
4L
S,
'x -