Gert Dekker Hz. Nic Post. 43 liet de uitvoering van de plannen nog even op zich wachten. Begin 1974 ontstond plots het idee om de baan uit te diepen tot onder het polderniveau en een nieuwe dijk aan te leggen. Het water zou niet meer weg lopen en ’s zomers zou de baan mooi dienst kunnen doen als kanovijver bij het zwembad. De plannen werden voorgelegd aan de gemeentelijke Technische Dienst en uiteindelijk begin 1976 bij de gemeente ingediend. Uiteraard vergezeld van het verzoek om een bijdrage. Omdat de baan in de tussentijd nog steeds lek was, werd besloten om te proberen hem pas vlak voor de vorst inviel onder water te zetten. Op die manier zou zo min mogelijk water worden verloren. In sep tember 1976 meldde de gemeente per brief, dat een bodemonderzoek was ge daan. Uit dat onderzoek bleek dat het geen haalbare kaart was om op deze plaats de ijsbaan voort te laten bestaan. Vanwege het te hoge kostenniveau besloot de ge meente om geen bijdrage te leveren aan de verbetering van de bestaande baan. Wel werd toegezegd dat zou worden ge probeerd om in het nieuwe bestemmings plan voor Waarland een andere mogelijk heid te scheppen... Eigen boontjes Afgezien van een bijdrage kort na de start van ƒ100.- van de tuindersbond LTB en van eenzelfde bedrag van de Jeugd raad een jaar later, beschikte de ijsclub aanvankelijk niet over eigen middelen. Eind 1969 werd samen met het zwem- badbestuur aan de gemeente verzocht om een bijdrage ter dekking van de kosten van de verlichting en een schuur. Kennelijk was het bestuur al van meet af aan beducht voor lekkage van de baan. Omdat men vreesde dat de baan onvol doende water vast zou houden, werd al in de eerste vergadering in maart 1968 gesproken over plastic in de dijken. Om de onkosten zo laag mogelijk te houden besloot men het eerste jaar nog zonder dit plastic te draaien. Dat leek aanvankelijk goed uit te pak ken. Enkele bestuursleden waren gaan kijken en vertelden dat alles er goed uitzag en de dijken geen water doorlieten. Maar dat viel na verloop van tijd tegen en het bleek moeilijk om de ijsbaan wa terdicht te maken. Er kwamen verschillende suggesties op tafel, zoals het aanbrengen van plastic in de dijk, het frezen van de baan, het uitdiepen van de baan of het verzwaren van de dijken. Ook werd er gesproken over de aanleg van een extra dijk ongeveer 10 meter binnen de bestaande dijk, waarop dan tevens de sneeuw kon wor den geschoven. De eerste aandacht ging evenwel uit naar het slootje langs de baan, dat veel water uit de baan leek te nemen. Om dit waterverlies te beperken damden Jaap Smit en Dirk Bakker het slootje in oktober 1971 af. Helaas bleek dit geen oplossing; de baan bleef lek. Zo lek zelfs dat er weinig kans leek om in die winter nog te kunnen schaatsen. Daarom ging het bestuur in de week na Kerstmis van dat jaar met man en macht tot actie over. In de dijk brachten ze een verticale laag plasticfolie aan, die zich uitstrekte tot in de onderliggende kleilaag. Het leek een succesvolle ingreep. De lekkage was met zo’n 80% teruggebracht en ook de kosten vielen erg mee, namelijk 350.-, inclusief huur van een graafmachine. Maar het seizoen daarop ontstond toch weer waternood; opnieuw zakte het water al snel uit de baan weg. Besloten werd om aan de binnenkant, op circa 8 meter vanaf de bestaande dijk, rondom een dijk van zo’n 3 meter breed aan te leggen, met een opening bij de watertoevoer. Met toestemming van de toenmalige huurder, medebestuurslid Gert Dekker Hzn., zou de baan ook gevlakt en gefreesd worden. Dit laatste vooral om de structuur in de bovenlaag van de voormalige rietschoot wat vaster en minder doorlatend te maken. Omdat een echte winter dat jaar uitbleef,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2007 | | pagina 43