Herfst om huis Waarland, september 2006. Riet Wever-Appel 44 En op de grond, deer in ’t gras springe ze zomaar uit hun jas. Uit ruwe bolster, puur natuur, zuks is dèn maar van korte duur. Hiervoor konden twee lampen van de handbal worden overgenomen. Het benodigde elektrische vermogen was fors en omdat sommigen bang waren dat de stoppen zouden springen zou Joop Jongkind een en ander ongemonteerd eens uitproberen. Niet lang daarna kwam hij met de melding dat de zijdelingse verlichting niet aangebracht kon worden vanwege overbelasting op het lichtnet. Het bestuur moest besluiten om het dan maar met een paar gewone lichte straal- lampen te proberen. Toch moest de zwembadbekabeling voor dit doel alsnog worden verzwaard. Omdat de financiële middelen van de ijsbaanvereniging niet waren berekend op deze extra kabel- aanlegkosten van zo’n f 1.275.- nam het zwembadbestuur hiervan de helft voor haar rekening. Enerzijds omdat de elektricien niet bij de lichtmast kon komen omdat het ijs te zwak was om op te lopen, anderzijds omdat enkele matige winters volgden duurde het nog even voordat de verlich ting definitief was aangesloten. Uiteinde- In m’n tuin staat ’n kastanje met heur blad in roestig franje. Bai z’n donkerbruine vruchte, hoor je de wind effies zuchte. En vaste prik. Om deuze toid wul onze boom z ’n spulle kwoit. De wind, als altoid trouwe maat, bleist blad en bolster zo op straat. lijk werd dit eind 1973 door Piet Hoedjes voor elkaar gemaakt. Maar de verlichting van het middenterrein bleef voor verbe tering vatbaar; er bleef een wat donker middenstuk bestaan. Begin 1979 bleek dat de lichtmast niet al te best meer was. Hij zou op korte ter mijn moeten worden vervangen. Na flink wat aanloopproblemen beschikte de vereniging dan toch over een ijsbaan die er mocht zijn. Natuurlijk had het be stuur koning Winter niet aan een touwtje, maar met regelmatig een lekker schaats- wintertje lag een mooie en redelijk zor geloze toekomst in het verschiet. Hoe anders zou dat lopen! In deel twee van de geschiedenis van De Kuil schen ken we vooral aandacht aan waternood. Met dank aan: Jaap Boekel, Gert Dekker, Siem Dekker, Wim de Groot en Jaap Smit. Want joós komme die gauw zoeke, vinde ze in alle hoeke, in ’t gras en onder struike. Alles kenne ze gebruike. Nog steeds doen manne en vrouwe kastanjes in hun diesék douwe. Teugen rimmetiekerighoid, een heêl oud gebruik, zo gezoid. De boom, al jare in de tuin, bedat gien blad meer in z’n kruin. Wat gekreun en ’n gróte gaap, de herfst begintz’n winterslaap.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2006 | | pagina 44