I
Wethouder Gert Jonker
Laarzen en klompen
op de grond, volle
kapstokken in een
desolaat gebouw.
Gert Jonker had nog de tegen
woordigheid van geest pas
toor Buurman telefonisch
over de komst van het
illustere gezelschap
op de hoogte te
stellen. Die op
zijn beurt vroeg
meester Raas
zijn brommer te
starten en weer naar
Waarland te komen. Sa
men zouden zij het comité
van ontvangst vormen. Mees
ter Raas leidde het gezelschap
door de school. Hij wees vooral op
de ongelukkige ligging van het lokaal
grenzend aan het schoolhuis. Slechts via
een achteringang of via een andere klas
was dit lokaal bereikbaar. Sloop van het
schoolhuis en op die plek een nieuw lo
kaal aanbouwen zou de school in twee
afdelingen splitsen. Hij wees hen op de
overvolle klassen; de schoolbanken ston
den tot voor in de klas. Over de bouw
kundige staat van het gebouw verwees
hij naar de rapporten van de gemeenteop-
zichter. Na drie kwartier hadden de heren
de zaak bekeken en togen de raadsleden
uit Dirkshorn en Tuitjenhorn huiswaarts,
de Waarlandse volksvertegenwoordigers
achterlatend. Op het schoolplein bespra
ken zij de te volgen strategie. Ze kwamen
tot de eensluidende conclusie dat de stem
van Gert Lantman van doorslaggevende
betekenis zou zijn op voorwaarde dat
Burger en Lantman
Een week later, op vrijdag 6 juli 1956,
voerde de gemeenteraad het tweede be
drijf op van de schoolkwestie. Gelukkig
was Gert Lantman voldoende hersteld
om de vergadering bij te kunnen wonen.
Onmiddellijk stonden de verhoudingen
weer op scherp toen wethouder Burger,
als eerst verantwoordelijke, het woord
kreeg. Allereerst wilde hij de schijn
wegnemen dat de wethouders met op
zet het verzoek van het schoolbestuur
hadden behandeld in een vergadering
van B en W, waarin de burgemeester
niet aanwezig was. Hij gaf daarbij een
korte schets van de gang van zaken. De
burgemeester wist dat dit op de agenda
stond en hij vroeg zich af waarom Nolet
niet had gevraagd om de vergadering te
verschuiven naar een ander tijdstip. In
een volgende vergadering van B en W,
waarin hij wel aanwezig was, hebben we
niks gehoord. Eerst in de raadsvergade
ring van 29 juni heeft de burgemeester
onder meer met behulp van enkele cijfers
getracht de beide wethouders te over
bluffen. Ik meen dan ook de houding van
de burgemeester in deze aangelegenheid
als onsportief te moeten kwalificeren,
aldus wethouder Burger. Hierna somde
hij opnieuw de punten op die de bouw
van een nieuwe school rechtvaardigden.
De mening van de Waarlandse raadsle
den verwoordde Gert Lantman. Kort en
krachtig gaf hij het belang aan van een
nieuwe school en de onmogelijkheid om
het bestaande pand zodanig aan te passen
dat het nog lange tijd dienst zou kunnen
doen. Raadslid Tiebie achtte nieuwbouw
onverantwoord. Karsten vond het oude
gebouw te goed om tot afkeuring over
te gaan. Een voorstel tot stichting van
een drie- of vierklassige meisjesschool
zou voor hem anders liggen. Zoals het
voorstel op tafel lag, was het voor hem
onaanvaardbaar. Ook Paarlberg stelde
dat het bezoek aan de school hem had
geleerd, dat het inwendige van de school
hem erg meeviel. De drie lokalen op het
oosten kunnen wedijveren met de scho
len te Kerkbuurt en Dirkshorn. In het
onderhavige geval komt het voorstel tot
nieuwbouw hem onverantwoord voor.
Burgemeester Nolet diende de sprekers
van repliek en ook herhaalde hij zijn
Maarten Burger zijn standpunt zou hand
haven. Gert Jonker stond daarvoor in.
l\
34
B ia
r..s I