30 Drie partijen In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw waren in de toen malige gemeente Harenkarspel drie politieke partijen actief. In feite waren het drie dorpspartijen. De KVP (Katholieke Volkspartij) afd. Tuitjenhorn vertegenwoordigde de kernen Tuitjenhorn en Kalverdijk. De KVP afd. Waarland, het dorp Waarland en de ARP (Anti Revoluti onaire Partij) de dorpen Dirkshorn en Stroet. Een tweede toelichting was gevoegd bij de aanvraag voor de kleuterschool, waarin vooral betoogd werd, dat het gebouw van de lagere school absoluut niet geschikt was om de kleuters in onder te brengen. Aanpassing aan de eisen van het kleuteron derwijs zou veel gaan kosten, maar vooral dat de bouw volgens de opinie van de in- spectrice voorlopig nog niet aan de orde is, bestaat er de eerste jaren een noodtoestand voor onze kleuters. Zo de oplossing voor de kleuters in de lagere school gevonden zou worden, vreest het bestuur met grote vreze, dat in de huidige toestand voor een onbe paald aantal jaren geen verandering zal komen. Dit alles dwingt het bestuur deze oplossing af te wijzen. Twee nieuwe scholen Op 16 april 1956 gaf het R.-K. Schoolbe stuur de gemeente kennis van het besluit tot stichting van een Rooms Katholieke school voor kleuteronderwijs en een Rooms Katholieke school voor gewoon lager onderwijs en verzocht de gemeente de voor de stichting benodigde gelden beschikbaar te stellen. De toelichting was kort en krachtig. De huidige school is te klein voor het aantal leerlingen. Met in gang van Mei l.l. is van de minister verlof gekregen tot aanstelling van een zevende leerkracht. Voor deze is geen plaats en is thans in een lokaaltje van het Jeugdhuis ondergebracht. Uit een onderhoud met de Inspecteur van Onderwijs, de heer Bos, bleek dat hij de school niet meer geschikt acht. Dit alles noopt om de oplossing te zoeken in een nieuwe school. Wat de plaats betreft heeft ons bestuur hiertoe contact opgenomen met Wethouder Jonker en er is grond van de Gemeente aangevraagd, waarbij het de nieuwe school geprojec teerd wilde zien op de hoek Volleringweg en de weg, die naar de molen gaat. B en W zonder B Al een maand later kwam er vanuit het gemeentehuis bericht, dat het college van B en W had besloten de raad voor te stel len de gevraagde medewerking te verlenen voor zowel de bouw van een nieuwe lagere school als voor een nieuwe kleuterschool. Nog kan men bewondering hebben voor de wijze waarop de wethouders Maarten Burger, verantwoordelijk voor het onder wijs, en Gert Jonker deze aanvragen heb ben behandeld en uiteindelijk door de raad hebben geloodst. Hoewel.het was kantje boord. Wat was het geval? In de bewuste vergadering van B en W was burgemeester Nolet als voorzitter van het college afwe zig en vervangen door loco-burgemeester Maarten Burger. Burger en Jonker konden het zowel privé als zakelijk uitstekend met elkaar vinden. In goed overleg kwamen zij al snel tot een positief besluit, echter met de wetenschap dat de afwezige burgemeester Nolet bepaald geen voorstander was van nieuwbouw. De beide wethouders kregen wel een ruggensteuntje van de Inspecteur van het Lager Onderwijs, die zij in kennis hadden gesteld van het besluit van B en W. Per kerende post antwoordde de Inspec teur: de lokale omstandigheden kennende - geheel in te stemmen met het door Uw Raad genomen besluit tot medewerking aan de bouw van een nieuwe school voor Waarland. Het door Uw Raad genomen besluit was wat voorbarig, want pas op 29 juni 1956 zou de raad bijeenkomen om over het voorstel van het college te beslis sen. Onder agendapunt 16 en 17 werd de voorgenomen scholenbouw uitvoerig toe gelicht. Alle bezwaren ten aanzien van de huidige huisvesting waren op een rij gezet. Spelen met tonnen Bij aanvang van de vergadering voelde iedereen de spanning, want het was be paald geen gelopen race, zo wisten de voorstanders. Zeker nu raadslid Gert Lantman door ziekte afwezig was. Eerst kwam de kleuterschool aan de orde. De voorzitter voegde aan het voorstel toe dat het Rijk hiervoor de stichtingskos- ten aan de gemeente vergoedt, evenals een normvergoeding (per lokaal) voor onderhoud en een normvergoeding (per kleuter) voor onderhoud van meubilair. Raadslid P. Groot opende de discussie met het voorstel de lagere school zo te verbouwen dat het voor kleuteronderwijs geschikt kon worden gemaakt. De burge meester vond dat een verkeerde politiek. De kleuters in zogenaamde afdankertjes te stoppen achtte hij niet juist.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2006 | | pagina 30