22 De legger der wegen In de legger van de wegen van Heerhugowaardzijn in 1902 alle wegen in deze gemeente beschreven. nr 2: Middenweg, noordelijk gedeelte, loopende vanaf de Hondenweg (Van Veenweg) tot de gemeente Oude Niedorp. De lengte is 5838.25 m. en de breedte 3 m. Op 5225 m ligt op de linker berm de bestrate toegang naar de Laanderweg. De eigenaar: Polder Heerhugowaard. nr. 5: Laanderweg. De weg is genaamd de Laanderweg, loopende vanaf de Westdijk tot de Middenweg. De lengte is 2482 m. Het is een grintweg met klinkerpad, geheele breedte 3 m., het klinkerpad 0.66 m. Op 1775 m. een houten brug. Lang 4 m. en breed 3.40 m. Op 1795 m. een poort lang 4 m. en breed 3.40 m. en dienende tot spoorwegovergang. De eigenaar: Polder Heerhugowaard. Water bij de wijn Het station werd gebouwd in de Water staatsstijl. Een deugdelijk en functioneel gebouw, maar men moest daar wel met droge voeten kunnen komen. Nog voor de opening van het station schreef bur gemeester H. Koomen van Winkel een brief aan het polderbestuur van Heerhu- gowaard met de wens om het deel van de Laanderweg vanaf de Middenweg tot de spoorlijn te verharden. De Dijkgraaf en Heemraden zagen daar het nut niet van in en legden het verzoek naast zich neer. Koomen wendde zich tot zijn col lega Kroon van Noord-Scharwoude. Ook de inwoners van zijn gemeente hadden immers belang bij het verharden van de Laanderweg. Zeker driemaal per week voeren schippers met groenten van tuinders naar Alkmaar, Amsterdam of Rotterdam. Vervoer per spoor zou voor de tuinders niet alleen goedkoper, maar ook sneller zijn, wat ten goede kwam aan de kwaliteit van hun produkten. Een losplaats bij het station én een verharde aanvoerweg zouden de oplossing zijn. Op 9 januari 1866 schreven de burge meesters een brief, niet naar het polder bestuur, maar naar de eerste burger van Heerhugowaard. Edelachtbare Heer D. de Boer, Wij verzoeken U Weledelachtbare tegen woordig te willen zijn op eene bijeen komst, te houden aan het Niedorperver- laat bij kastelein Meereboer in ’s Lands welvaren op vrijdag dezer des voormid- dags te 10 ure, om te spreken over eene afdoende verbetering van de Laanweg. In de hoop aan deze uitnoodiging vervolg te geven, namens ons met alle achting. H. Koomen en C. Kroon. Tijdens deze eerste bijeenkomst werden er door geen van de partijen toezeggin gen gedaan. Het was nog aftasten. Het gemeentebestuur van Heerhugowaard Straatlantaarns Omstreeks de eeuwwisseling waren het hoofdzakelijk de gemeentelijke ener giebedrijven die gas en stroom leverden aan particulieren en zorgden voor de verlichting van de openbare wegen. Na de Eerste Wereldoorlog schakelde men stapsgewijs over van gas naar elektrici teit. Allereerst werden de gaslampen in de bebouwde kom vervangen door elek trische verlichting en daarna kwam het buitengebied aan de beurt. Het onderhoud aan de Laanderweg was een zorg voor het polderbestuur, maar de verlichting viel onder de verantwoorde lijkheid van de gemeente. B en W van Heerhugowaard vonden dat ook de buur gemeenten Harenkarspel en Oudkarspel moesten meebetalen aan de aanleg van de straatverlichting van de Laanderweg. De meeste aanwonenden behoorden immers tot Harenkarspel of Oudkarspel. Uit correspondentie tussen verschillende instanties blijkt dat in het begin van de vorige eeuw de besluitvorming bij veel zaken veel sneller ging dan nu. Vaak werd er binnen een week al gereageerd op een brief en de uiteindelijke beslissing werd binnen enkele maanden genomen. Zo ook bij de elektrificatie van de Laanderweg. nam contact op met de Commis saris des Konings van Noord-Hol- land en vroeg hem wat de verant woordelijkheden waren van het pol derbestuur. Uitein delijk kwamen ze eruit. Iedere partij deed wat water bij de wijn en onder de grintweg kwam een bevlakking van puin. De provincie droeg bij in de kosten van deze verharding en het polderbestuur van Heerhugowaard nam het onderhoud voor haar rekening. Het initiatief voor de verharding van deze weg ging uit van de burgemeesters van Winkel en Noord-Scharwoude. De besturen van de gemeenten Oudkarspel en Harenkarspel mengden zich wijselijk niet in deze problematiek. De weg lag niet op hun grondgebied en in het mee betalen aan de aanleg of het onderhoud hiervan hadden ze voorlopig geen trek.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2006 | | pagina 22