BERICHTEN UIT DE KUIL
Joop Zutt
Trientje Ruiter
2
De overgang van de gezellige Spoorstraat in Oudkarspel naar de
eenzaamheid van de Schaapskuilpolder moet op het leven van
Trientje Ruiter van grote invloed zijn geweest. Door haar ziekte
was zij meestentijds aan huis gebonden. Haar dagen werden
gevuld met bidden, kousen stoppen, breien, lezen en de kamers
doen. Visite bracht enige variatie in haar dagelijks patroon.
even proberen te gaan slapen, toen Moe
der zei dat Kapelaan Vriesekoop toch
nog bij me kwam. Hij hebt er wel niet
lang geweest. Het was dezelfde gang nog
dan toen hij hier dikwijls kwam. Ook
was het weer net als de vorige keer slecht
weer. Toen ik dat hem zei, zei hij: Mis
schien willen zij daar boven niet hebben
dat ik nu eens terugkom. Nu dat geloof
ik niet. Verders heb ik nog een verbandje
voor mijn been gemaakt en een brief naar
Zuster Lanjouw geschreven, toen was
mijn dag weer om.
16- 02 Even een klein lettertje. Ik was om
tien uur van mijn bed gekomen, maar ik
ben nu toch weer beter. Ik ben me weer
aan mijn werk gaan wijden. Het is druk
geweest, want ze zijn aan de kamer uit te
nemen, maar er nog niet mee klaar geko
men. Jantje is nu met Griet Zutt mee te
rozenkrans bidden naar Roozendaal.
Vanmiddag kwam Joop Veldman nog,
maar ik heb niets gezegd hoor. Dat zou
voor Joop ook niet leuk geweest zijn als
ik er nu over begonnen was. Ik wacht het
maar even af, misschien zegt hij het zelf
nog wel. En nu is het kwart voor acht en
ga ik even in mijn boek lezen.
17- 02 Vandaag erg mooi weer geweest.
De kamer is klaar gekomen en de kleren
zijn droog, dus we zijn goed opgescho
ten. Nu zitten Moeder, Vader en ik al
leen. De jongens zijn weg. Jantje is naar
Trien Dignum om klompen te halen
en Siem ligt al in bed. Aanstonds komt
Miep Stoop nog voor een nachtje, want
bij Stoop hebben ze logees. Ook is mijn
bed in buiten geweest, dus ik zou lekker
slapen als mijn been tenminste rustig
zou blijven, want het doet nu weer pijn.
Vanmorgen werd in een oude krant mijn
aandacht getroffen door een feuilleton
dat getitelt was Kloosterbranden in Bar
celona, geschreven door Don Lois Alba-
ron. De krant was gedateerd op Vrijdag
15 Juni 1937, derde hoofdstuk. Als de
oorlog voorbij is, vraag ik deze nog eens
op. Ik ga nu nog even een schilderijtje
maken.
1 13-02-1943 De gehele dag kousen
gestopt. Onder de middag is de
docter-assistent weer bij me ge
weest en heb weer aan mijn been
moeten prutsen. Ja, dat op zichzelf
vind ik niet zo erg, de pijn wil ik
er wel voor uitstaan, maar of de
resultaten goed zou zijn? Ik weet
het niet. De docter heeft er zijn
best voor gedaan, en verder maar
afgewacht. Ook ben ik vandaag
weer aan een noveen van Maria
van Lourdes begonnen, misschien
brengt dat wel een goede uitkomst
van kalme overgave. Maria van
Lourdes, bid voor mij en bij God en alle
Heiligen voor een kalme overgave.
14- 02 Vanmorgen werd ik wakker met
pijn, zodat ik genoodzaakt was in bed
te blijven. ’s Middags had ik een mooi
boek gelezen van De Heilige pastoor
van Tildonk, zodat ik daarin nogal mijn
pijn vergat. Ook kwam Klaas Tesselaar
nog bij ons. Moeder was niet erg geluk
kig, want haar kachel wou niet branden
voor heerkoeken te bakken, waarna ik
een gebed tot de H. Anthonius had op
gestuurd, ging de kachel branden, zodat
in de tijd van twintig minuten alles klaar
was. Later kwam Aijen Zutt ook en toen
troffen deze woorden mij ook: Het weer
zal puur wat slechter worden moeten, eer
ik niet naar het Lof ga. Wat vond ik dat
toch mooi van hem. Hij zal later gerust
wel voor deze woorden beloond worden!
Dat verzeker ik!
15- 02 Oome Giel zijn verjaardag. Ik heb
hem niet geschreven, want ik ben pas om
drie uur uit mijn bed gekomen. Vanmor
gen had ik nog een reuze bof. Ik zou net