EEN MAKELAAR OP JE DAK IK K. ilf □Ml Gé Ligtenberg y 17 Een makelaar op je dak is minder vreemd dan het lijkt. Velen kennen hem alleen als een tussenpersoon bij het kopen en verko pen van onroerend goed. Maar er is nog een andere makelaar die door Van Dale wordt omschreven als: een houten spits boven aan de top van puntgevels. Vandaar: een makelaar op je dak. Kerkstraat 15. Een totaal ander beeld. Maar wat in die ener verende tijd is gebleven, fier overeind, hoog op de gevelspits... de makelaar. Een verticale lat De mens in vroeger tijd had voor zijn onderkomen alleen die materialen voor handen die de natuur hem in zijn directe omgeving te bieden had. Voor de eskimo werd dat de sneeuwhut en in de tropen kroop men onder een palmendak. Wij, hier in de zompige delta van een aantal grote rivieren, hadden riet en bossen. Veel riet en hout elk jaar weer opnieuw. Onze huizen bestonden toen - in de middeleeu wen en daarna ook nog - uit houten skelet ten waartegen planken waren bevestigd, terwijl het dak met riet was bedekt. Een onderdeel van de constructie was een lat die verticaal tegen het voorschot van de gevel werd aangebracht en in de nok door het overstekende dak werd geboord en zodoende boven het dak uitstak. Deze lat was de makelaar, die dus oorspronke lijk een constructief element in de hui zenbouw was. Alleen het gedeelte boven het dak was voor de sier. Maar door ver- Fier overeind In de zomer van 1924 liet Jan Jongkind een woonhuis bouwen (nu: Kerkstraat 15). Naast zijn huis kwam een werkplaats, waarin hij fiet sen en landbouwwerktuigen verkocht en repa reerde. Ook plaatste hij door de niet te stuiten motorisering een benzinepomp voor zijn deur. Een sprong in de tijd. Weg dit alles en ook het eens zo fraaie metselwerk is nu verstopt onder het stucwerk. Een totaal ander beeld is hierdoor ontstaan. De bedrijvigheid van De Kleine Bazar, postagentschap, speelgoed- en fotozaak en wat niet al. Maar wat in die enerverende tijd is gebleven, fier overeind, hoog op de gevelspits. de makelaar. anderende bouwwijze werd de construc tieve functie van de makelaar overbodig, waardoor alleen de spits boven de nok als siergedeelte overbleef. In de drift naar opluistering en pronkzucht betrok men in de versiering van de gevel ook de wind- wering. Windwering en waterborden Ter voorkoming van dakschade door de wind werd het riet stijf om de rand van het overstekende dak gedrukt. Aan de onder kant langs de dakranden plaatste men hou ten planken, de windwering, zodat het riet op zijn plaats bleef. Deze windwering of windveren, zoals wij tegenwoordig zeggen, werd soms uitgezaagd, zodat deze met de makelaar een sierlijk geheel vormde. In de late middeleeuwen werden met name in steden rieten daken verboden. Riet brandt gemakkelijk en door de zeer beperkte blusmiddelen in die tijd kon een enkel brandje simpelweg ontaarden in een verschrikkelijke ramp, waarbij soms honderden huizen in vlammen opgingen. Om zo’n catastrofe tegen te gaan, stelde het stadsbestuur het gebruik van dakpan nen verplicht. Maar deze tighelen waren duur. Er zijn dan ook gevallen bekend dat het stadsbestuur subsidie gaf op de aanschaf van pannen. i T

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2006 | | pagina 17