Trien Kamp-Jaspers vertelt. 10 De parochiekerk werd op passende wijze in kruisverband gemetseld. Siemens halfbroer Gert Toen in 1910 een samenwerkingsver band werd aangegaan tussen Jan Jaspers en zijn zoons Siemen en Jan werden de andere drie zoons Ben, Piet en Gert, die toch ook metselaar waren, hierin niet in betrokken. Ben woonde toen weliswaar in Alkmaar, maar Piet en Gert woonden nog thuis. Mevrouw Trien Kamp-Jaspers, de oudste dochter van Gert Jaspers, herinnert zich uit de verhalen van vroe ger dat dit in de familie heeft gespeeld. broken om te stoppen met werken en het metselbedrijf over te doen aan één van zijn zoons. Het werk van de metselaar Om een muur te maken worden de stenen één voor één in de spe cie gelegd. Tot voor kort was het beroep van metselaar aan wei nig verandering onderhevig. Tegenwoordig echter wordt veel met selwerk geprefabriceerd in de fabriek en worden gebouwen vaak als blokkendozen in elkaar gezet. Niet meer te vergelijken met de metselaar die met een schietlood de profielen stelde en daartussen de metseldraad spande. De opperman maakte van zand, cement en kalk de specie. Hij deed dit met een ballastschop op de grond. Daarna werd de aangemaakte specie in een metselkuip gedaan. Om de specie naar de metselaars op de steigers te brengen werd een kalkmouw gebruikt. Ook nu nog gebruikt de metselaar een troffel (rechts- of linkshandig) voor het aanbrengen van de juiste hoeveelheid specie. Deze troffel wordt ook gehanteerd bij het doorhakken van de stenen; het bijwerken van die stenen doet de metselaar met een kaphamer. Een voegspijker gebruikt hij voor het uitkrabben van de voegen en het opvullen daarvan. De wijze waarop de stenen worden gelegd heet metselverband. De stenen van bijna alle oudere huizen in Waarland liggen in halfsteensver- band. De stenen van de parochiekerk hebben een ander patroon: namelijk een kruisverband. Hoofdzakelijk werd in Waarland op twee manieren gevoegd: de platvolvoeg en de snijvoeg. Haar vader heeft zich daarover nooit duidelijk uitgesproken. ’Mijn vader is geboren op 16 maart 1893’, zo vertelt Trien. ’Hij was de derde en jongste zoon van Jan Jaspers en Trijntje van der Gragt. Hij was een jaar of twintig toen hij eens een klusje deed bij de familie Dekker-van Diepen aan de Kerkweg (nu: Kerkstraat 45). Toevallig logeerde daar die dag Trijntje van Die pen. Ze treuzelde wat heen en weer en zo kwam ze met hem aan de praat. Het bleef niet bij deze kennismaking, spoedig daarna ging hij bij haar op bezoek in Alk maar. Toch wel een beetje zenuwachtig, want een moidje uit Alkmaar was toch aars as een moidje van een dorp. Het stadse viel wel mee, want ze was geboren in Blokker en haar moeder was familie van de Jonkers in Waarland. Na een ver- keringstijd van een jaar of drie gingen ze op zoek naar een eigen onderkomen. Dat was vrij snel gevonden en op 10 mei 1916 konden ze een huis betrekken aan de Veluweweg. (Nu: het verbouwde huis van Jan Dekker, de brandstoffen boer, nummer 32). Toen er na twee jaar nog geen kindje was, werden er door de buren opmerkingen gemaakt in de trant van: dat stadsmoidje wul zeker gien joós. Vader en moeder wilden wel dolgraag kinderen en nog geen jaar later werd ik geboren, 18 maanden daarna kwam mijn

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2006 | | pagina 10