56
Het laatste deel van onze
virtuele wandeling,
waar langs de dijk nog
sporen van twee molen
erven zichtbaar zijn.
Een bijzonder opschrift
Aan de andere kant van de overweg staan
drie huizen, waarvan één met het opschrift
‘t Zouaafie. Een opschrift met een verhaal.
Gerrit Bakker was 42 jaar toen hij zich
liet inschrijven als pauselijk zouaaf. Hij
moest worden gekeurd en de legerarts
constateerde bij hem een liesbreuk.
Tegen het advies van de dokter in, ging
hij in 1868 naar Italië om de Kerkelijke
Staat tegen de invallen van de Garibal-
disten te verdedigen. Toen hij twee later
terugkwam, werd hij weer boerenarbei
der. Aagje Bruin was weduwe en ze
woonde met haar drie kinderen hier in
het middelste huis. In het voorjaar van
1876 kwam Gerrit te werk bij zijn zwa
ger die even verderop woonde en kort
daarna zijn Aagje en Gerrit getrouwd.
Het naambord op deze woning verwijst
naar Gerrits diensttijd in het pauselijk
leger.
In haar laatste levensjaren had Aagje,
die in Waarland tante Aagt werd ge
noemd, in dit huisje een winkeltje in
kruidenierswaren.
Geamoveerd
Voorbij deze drie woningen gaat de
Waarddijk over in een graspad. Links
ligt nog een stukje oude ringsloot en
rechts is de grens tussen de voormalige
Smuigelpolder en het Amerswiel herken
baar. Aan het verschil in waterstand is dit
nog te zien. Het water in de sloten van
de Smuigel staat hoger en via een overlaat
watert het op de polder Heerhugowaard af.
De verbreding van de dijk is opvallend.
Het was het erf van de bovenmolen van
het Amerswiel. Circa tweehonderd meter
verder stond de middenmolen en rechts
richting de Provincialeweg de ondermolen.
Deze drie molens zijn tussen 1625 een
1630 gebouwd voor de droogmaking van
de Grote Waert. Dit binnenwater had een
oppervlakte van 3754 morgen of 3192
ha. Rond het meer werden kades opge
worpen en zo ontstond de ringsloot.
Naast 12 strijkmolens bouwde men 35
poldermolens die het water vanuit het
meer in de ringsloot maalden. Het Amers-
wiel, 376 morgen (320 ha.) groot, had
drie molens, een boven-, een midden- en
een ondermolen. Het waren scheprad-
molens, die elk het water 1 el of 70 cm.
opvoerden.
Omstreeks 1800 werd bij verschillende
molens van de Heerhugowaard het schep
rad vervangen door een vijzel. Het ge
volg was dat sommige molens overbodig
werden. Eén van die molens was de on
dermolen in het Amerswiel. In 1812 werd
deze geamovereerd (gesloopt). Molenaar
Arie Baaij kreeg bij zijn ontslag een
gouden handdruk mee in de vorm van
een maandtraktement van f 6.70. De
molenaars van de boven- en midden-
molen, de weduwe Corn. Hoek en Pieter
Steen mochten hun werk blijven doen.
In de tweede helft van de 19e eeuw werd
de taak van de molens langzamerhand
overgenomen door gemalen. Als de mo
len niet werd afgebroken, mocht de mole
naar met zijn gezin erin blijven wonen.
-