9
Een doorsnede van
de eerste bakkerij van
Waarland.
De oven bestond
uit twee delen: de
bakruimte en de
onderoven.
Goederen, zoals: materiaal dat bij
zelfkazen werd gebruikt, gereedschap,
een wagen, een driewieldekar en een boe
renwagen brachten 178.15 op.
Elf koeien gingen naar een nieuwe eige
naar voor 1.927.- Voor twee pinken
was 145.- betaald en voor een kalf
ƒ21.-. Twee vette varkens brachten
18.50 in het laatje en vijf kippen en
een haan in een korf 5.50. De totale
opbrengst kwam op 2.295.15.
Een huis ernaast
Gerrit Wester wilde meer woonruimte en
daarom besloot hij zijn huis te vergroten.
Hij had van Jan Klein uit Alkmaar 1.200.-
geleend. Hiermee kon hij naast de bestaan
de bakkerij een nieuw woonhuis laten
bouwen, zoals dit in de hypotheekakte
staat beschreven: Een huis ingericht tot
bakkerij benevens een nieuwgebouwd
woonhuis met erven onder de gemeente
Harenkarspel kadaster Sectie: nummer
1298 groot zes aren en vijf centiaren met
daarbij door bestemming behoorende
bakkerij-inventaris.
Het waren lange werkdagen voor Wester,
vooral wanneer hij ook in de bakkerij aan
het werk moest, ’s Morgens begon hij
heel vroeg. Het vullen van de oven met
takkenbossen was zijn eerste werk. De
hoeveelheid hout en de stooktijd waren
bepalend voor de temperatuur van de
oven. Daarna stortte hij een hoeveelheid
bloem in de trog, kneedde het deeg en
deed de nodige hoeveelheid water, gist
en zout erbij. Tijdens het kneden werd
net zo lang bloem toegevoegd totdat hij
vond dat het goed was. Dan woog hij
stukken van acht ons af en deed die in de
broodblikken.
De oven bestond uit twee delen: boven
de bakruimte en onder de onderoven.
Wanneer in de bakruimte de takkenbossen
een tijd brandden, was de temperatuur
in de onderoven hoog genoeg geworden
om het deeg te laten rijzen. Om in de on
deroven ook de juiste luchtvochtigheid te
krijgen, gooide Wester water tegen het
plafond en de zijwanden. Daarna plaatste
hij de blikken met deeg erin.
Hij stakf 800.- in de kaasfabriek ‘De
Hoop op Zegen’.
Cees Trompetter was de derde compag
non en in november 1905 kon de fabriek
van start gaan. Gerrit Wester werd de
administrateur van deze kaasfabriek. In
Toendertoid 20 en 21 is hier uitgebreid
over geschreven.
Het was een hele verandering voor het
gezin van Gerrit en Aagje Wester. Van
een boerenwoning in ’t Veld naar een
kleine woonruimte in Waarland. De oudste
twee kinderen, Kees en Marie, moesten
helpen in de bakkerijDe andere acht
gingen naar school of waren thuis. Ook
breidde het gezin nog uit. Er werden in
Waarland nog drie kinderen geboren.
Daags daarna tekende Wester bij dezelfde
notaris de koopakte van de bakkerij met
daarbij het kettingbeding dat door Leven
dig in Waarland geen andere bakkerij
mocht worden gebouwd. Het onroerend
goed omschreef men als volgt:
Een huis ingericht tot bakkerij met erf in
het Waarland gemeente Harenkarspel al
daar kadastraal bekend in Sectie E: nummer
1298, groot zes aren en vijf en zestig centia
ren met daarbij behoorende inventaris als
een ijzeren mengketel, een eiken broodtrog,
een werktafel, broodschotels en borden en
alle houtwerk, zooals het in gemeld perceel
aanwezig is. Koopsom f 1975.-De verkoo-
per verbindt zich om in het Waarland geen
bakkerij meer te stichten, noch percelen als
zoodanig in te richten,
hetzij voor Cornells Honigh
aldaar, hetzij voor ieder
ander, op straffe van ver
goeding van kosten, scha
de en intresten.
Genit kwam zijn af
spraken met Wil
lem Zut en Cees
Trompetter
na.
j—,-- -ri-TZZZZ—
1 i
^T;r^''~TTi,
't
.-■*14—