47 ‘Wel bekeek men de boet van de gebroeders Dekker. In 1972 vestigde Nic de Waard zijn garagebedrijf in deze schuur. Industriehal Aan het slot van het bezoek informeerde de heer Hemerik naar de eventuele bereid heid van de gemeente om zelf iets te doen. Hierbij dacht hij aan de bouw van een soort industriehal, zoals in verscheidene andere gemeenten al was gebeurd. Zijn vraag werd al de volgende dag, op 10 maart in B en W besproken. Met name Ministeriële circulaire Twee dagen later, in de B en W-vergade ring van 23 maart, stond de industriali satie van Waarland opnieuw op de agenda. De secretaris had inmiddels de bedoelde circulaire van de Minister van Wederop bouw en Volkshuisvesting opgedoken. In het betreffende stuk van 7 februari 1956 deelde de minister mee, dat hij na over leg met zijn ambtgenoten van Econo mische Zaken en Binnenlandse Zaken be sloten heeft om voor de bouw van bedrijfs ruimten ten behoeve van de industrie door gemeenten - waaronder te begrij pen industrieschappen, stichtingen en dergelijke in het algemeen GEEN rijks- goedkeuring meer te verlenen. Dit zelfde geldt voor de gevallen, dat de bouw door derden zal plaats vinden met financiële steun van de gemeenten, industrieschap pen, stichtingen en dergelijke, in welke vorm deze steun ook zou worden verleend! Wethouder Jonker toonde zich een voor stander van dit idee. Hij was van mening, dat de bouw van een soort industriehal door de gemeente nooit een grote strop kan worden, aangezien er in Waarland groot gebrek is aan goede opslagruimte. De intensivering van tuin- en bollenbouw neemt na de ruilverkaveling gestadig toe. Niettegenstaande de kool ditjaar een buitengewone opbrengst geeft tengevolge van de strenge februarivorst - natuur ramp genoemd! - wordt de bollenteelt op contract rustig voortgezet en uitgebreid, omdat dit vast brood geeft. Voorzitter Nolet maande tot een voorzich tig investeringsbeleid. Niet te voorzien was immers, welke agrarische conjunc tuur over 3 jaar aan de orde zou zijn. Het ‘koolenthousiasme’ van heden kan zeker niet als maatstaf worden genomen. Bovendien meende hij zich te herinneren, een Ministeriële circulaire te hebben ge zien, die de gemeentelijke activiteit in deze heeft verboden of althans ernstig belemmerd. Op 21 maart 1956 vond een soortgelijk werkbezoek aan Waarland plaats. Nu ging het om een afvaardiging van de N.V Confectie Industrie “Noordwijk’ uit Haar lem tezamen met de Directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Den Helder. Tijdens hun bezoek spraken zij o.a. met pastoor Buurman en wethouder Jonker. biliteit al weer snel gesloten moeten worden. Om deze risico’s te beperken was men op zoek naar een manier om alvast te starten zonder dat men al meteen zo’n forse in vestering hoefde te doen. Men keek dan ook uit naar een geschikte ruimte in het dorp, waarin men kon starten. Maar pas sende mogelijkheden waren niet dik ge zaaid. Wel bekeek men de bloembollen- schuur van de gebroeders Dekker, tegen over de lagere school, maar die werd on geschikt geacht. Bij ge brek aan beter liet men daarna het oog vallen op de to neelzaal van het Jeugd huis. Het gebouw werd grondig door het gezel schap bekeken en uiteindelijke door directeur Hemerik goedgekeurd om als proefatelier dienst te doen. Uiteraard was ook Pastoor Buurman, als voorzitter van het R.K.-Kerkbestuur, groot voorstander van een passende in dustrievestiging in Waarland. Maar hij voelde er bitter weinig voor om een ge deelte van zijn Jeugdhuis hiervoor af te staan. Vanzelfsprekend was hij gaarne bereid deze kwestie met het Kerkbestuur te bespreken, maar hij had er een erg zwaar hoofd in om een proeflokaal af te staan!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2005 | | pagina 47