43 5. Mol, pastoor van de H. Wulframparochie van 24 augustus 1952 tot 11 november 1955. Zuigkracht van de industrie Het banenverlies in de agrarische sector leverde geen onoverkomelijk probleem op. De groei van de werkgelegenheid in de industrie en de dienstensector was namelijk spectaculair. Hierdoor ontstonden volop mogelijkheden om elders werk buiten de agrarische sector te vinden. Met deze toename van de werkgelegen heid in de industrie nam de emigratie langzaam maar zeker af. Vooral land- en tuinbouwarbeiders reageerden op de economische prikkels. Gelokt door de hogere lonen en betere werkomstandig heden in de stad verlieten zij in groten getale het platteland. Ook in Waarland besloten steeds meer arbeiders om buiten het dorp te gaan werken. Er ontstond een grote trek naar de IJmond en de Zaanstreek. De zoge naamde zuigkracht van de industrie werd in korte tijd een gevleugeld woord. Uit Waarland gingen dagelijks reeds circa 40 mannen naar de fabriek. Moeilijkheden bleven er voor hen, althans op het eerste gezicht, bijna niet meer over. Een autobus stopte voor de deur en op hun gemak arriveerden de mannen op de fabrieken en bedrijven met hun steeds rokende schoorstenen. Met evenveel service wer den de arbeiders na 8 uren werken weer netjes thuisgebracht. En het loon was best. In andere dorpen ging het al niet anders. Industrialisatiepastoor Met deze ontwikkeling doemden nieuwe problemen op. nu echter van geheel andere aard. De tot dan toe behoorlijk sterke zuilen begonnen scheurtjes te vertonen. Allerlei oude zekerheden en gebruiken werden ter discussie gesteld. Deze ontzuiling en ontkerstening van de maatschappij werd voor een goed deel aan de steeds toenemende industrialisatie toegeschreven. De vaak redelijk besloten regio’s werden door de industrialisatie uit hun isolement gehaald. Mensen vonden werk buiten het vertrouwde dorp en verhuisden soms naar de stad. Daar was niet alleen veel minder sociale controle, maar daar kwam men ook in aanraking met kwalijke stromingen en ideeën. In een poging deze ontwikkelingen een halt toe te roepen verscheen in 1954 het Bisschoppelijk Mandement. Dit officiële kerkelijk schrij ven van de rooms katholieke bisschoppen hield voor katholieken onder meer het verbod in op het lidmaatschap van socia listische partijen, het luisteren naar de VARA en het lezen van socialistische kranten. Op deze manier probeerden zij de invloed van met name het socialisme en communisme op de katholieke ge meenschap te weren. Vooral Pastoor Mol zag in zijn parochie met zijn verborgen werkloosheid beter dan wie ook het gevaar van het socialis me voor de zielen van zijn jonge paro- Tegelijkertijd keerden grote groepen Indische Nederlanders naar het moeder land terug. Deze snelle toename van de bevolkingsgroei moest naar de mening en vrees van velen op termijn wel op nieuw leiden tot een periode van massale werkloosheid. Met de economische malaise van de jaren dertig nog in het geheugen maakte de overheid zich dan ook ernstig zorgen over de werkgelegenheid. De verwachting was dat er in de toekomst niet voor alle Neder landers voldoende werk zou zijn. Om dat probleem te vermijden ontwikkelde de regering niet alleen een in dustrialisatiebeleid, maar ook een emigratiebeleid. In de troonrede van 1950 heette het nog dat de snelle groei van de bevolking en de beperkte oppervlakte beschikbaar land bij voortduring sterke bevordering van de emigratie eisen. De regering liet het niet bij woorden alleen en richtte o.a. de Nederlandse Emigratie- dienst op. Naast deze neutrale Emigratie- dienst ontstonden organisaties op levens beschouwelijke grondslag. Al deze orga nisaties hielden zich nadrukkelijk bezig met het bevorderen van emigratie naar landen als Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw Zeeland. Dit moest het antwoord zijn op de dreiging van blijvende over schotten op de arbeidsmarkt. Door dit be leid vertrokken in de jaren vijftig grote aantallen boeren, boerenzonen en vaklie den naar het buitenland. Ook vanuit Waar land emigreerden in die tijd een aantal ge zinnen en jonge mannen om aan de over kant van de grote plas hun geluk te zoeken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2005 | | pagina 43