Pastoor Nijssen.
32
deze genereuze schenking loste het
kerkbestuur het restant van lopende le
ningen af en was de parochie vrij van
schulden. Op 28 augustus van dat jaar
benoemde Mgr. Huibers, bisschop van
Haarlem, W.P. Nijssen tot pastoor in
Waarland. Hij bleek uit heel ander hout
gesneden.
Dirigent Dirk van Baar
Een maand later verloor Waarland op
nieuw een markante persoonlijkheid:
Jaap Beemsterboer, bakker van beroep
maar bovenal een bevlogen musicus. Hij
was dirigent van de fanfare Sint Grego
rius, dirigent van het kerkkoor Sint Cecilia
en van het dameskoor Sint Jeanne d’Arc,
voorzitter van de Middenstandsvereniging
De Hanze en gemeenteraadslid. Het kerk
bestuur benaderde meester Van Baar met
het verzoek om het kerkkoor te gaan diri
geren. Hij was daartoe genegen, alleen de
financiën vormden een laatste hinderpaal.
Na het nodige puzzelwerk kwam men tot
een creatieve oplossing. Het schoolhuis
aan de Veluweweg kwam beschikbaar
en daar mocht het gezin gratis in wonen.
De nieuwe dirigent verbond daaraan de
voorwaarde dat het huis eerst grondig
moest worden opgeknapt. Pas na bijna
een halfjaar kon de woning worden
betrokken. De verhuizing vond plaats
op 13 mei 1940, drie dagen nadat nazi-
Duitsland Nederland had overvallen.
Mobilisatie
Diezelfde dag, maandag 28 augustus,
liepen de politieke spanningen in Europa
zodanig op, dat het Nederlandse leger
moest worden gemobiliseerd. Het was
maandag van de Waarlandse kermis,
’s Middags rond half zes werd op last van
de politie de kermis gesloten. De kramen
gingen dicht en de muziek verstomde.
Waarland wachtte in angstige spanning op
wat komen zou. Tientallen jonge mannen
vertrokken de volgende morgen naar hun
legeronderdeel.
Een week later opende meester Raas voor
het eerst na de grote vakantie de school
deuren. Het onderwij steam trachtte de kin
deren weer in het gareel te krijgen en aan
hen de betekenis van de mobilisatie uit te
leggen. Met grote nadruk werd verkondigd,
in navolging van de overheid, dat het ook
deze keer wel zou overwaaien. Tijdens
de Eerste Wereldoorlog was Nederland
immers ook buiten schot gebleven!
pastorie aanbelde. Hij verzocht pastoor
Nijssen vriendelijk doch dringend mee te
gaan naar het politiebureau in Haarlem.
Tot verbijstering van de parochianen
bleek de man er onoorbare praktijken
op na te hebben gehouden in zijn vorige
standplaats Haarlem. Al gauw bleek dat
hij ook in Waarland een scheve schaats
had gereden. In één jaar tijd had hij de
parochie naar de rand van een bankroet
geleid door een rigoureuze verbouwing
van de pastorie en de aanschaf van altaar-
sieraden. De uiterst sobere inboedel van
de pastorie, een erfenis van pastoor Vol-
lering, was na zijn komst door luxe meu-
Oorlog
Meester Raas wist in deze roerige tijden
zijn school op een goede manier gaande
te houden. De oorlog was voor de jeugd
de eerste dagen slechts ‘spannend’ ge
weest. Vooral het bombardement van het
vliegveld Bergen, waardoor ook in Waar
land de ruiten rammelden in de spon
ningen, was onderwerp van gesprek
geweest, evenals de komst van enkele
honderden evacués uit Amersfoort. Bijna
elk gezin moest plotseling onderdak
bieden aan enkele van deze vluchte
lingen. Logisch dat het lesprogramma
wel eens afweek van het gebruikelijke
patroon. Na een paar weken keerden de
evacués terug naar hun woonplaats en
daarmee keerde ook de rust terug in het
dorp en de school. Het ‘normale’ leven
werd hervat.
Aftocht Nijssen
Deze relatieve rust werd ruw verbroken,
toen op 6 augustus 1940 een rechercheur,
vergezeld van een politieagent, bij de