36 Winterlandschap met de woning en schuur van de familie Bleeker Zijn slaapkamer lag pal op het noorden. Tijdens strenge winters vroren zijn dekens aan het bed vast en verscheen op het raam een schilderij van ijskristallen bloemen. Als koning winter zo streng regeerde maakte moeder ’s avonds voor het slapen gaan zorgzaam een gloeiend hete kruik klaar waaraan hij zijn koude voeten lekker kon warmen. Het raam van zijn kamer was het venster op zijn kinderwereld. Het hoge uitzicht over de omgeving boeide hem mateloos. De welvende duinenrij in de verte, de twee kerken van Schagen die hoog boven het land uit torenden en bovenal het kleurenspel van lucht en wolken. En ’s nachts zag hij het licht van de Lange Jaap, de vuurtoren van Huisduinen, langs de einder heen en weer flitsen. Hoe jong ook, geen detail ontsnapte aan zijn blik. Zijn drang om al hetgeen hij zag na te tekenen was hem aangeboren en deed hem al op jeugdige leeftijd naar papier en potlood grijpen. Piet had oog voor de natuur om hem heen. Het donkere water van de brede ringsloot vlakbij hun huis boeide hem. Tussen het wuivende riet, waarachter het rieten dak van de boerderij aan de overkant bijna schuil ging, kon hij uren rustig zitten wachten tot de dobber van zijn hengel onder tjoepte. Thuis, op zijn kamer, bracht hij daarna alle indrukken met zijn tekenmateriaal weer tot leven. wagentje flink vaart te geven. Dieren namen een belangrijke plaats in binnen het gezin Rohof. De kippen deelden met de hond en de kat het erf dat was vol gebouwd met hokken voor duiven en konijnen, een schommel en lijnpalen voor het ophangen van de was. Als de trein passeerde en er veren in het rond stoven was weer een kip het haasje. Op een zeker moment vaardigde de spoorwegdirectie regels uit waaraan de bewoners van het spoorhuis zich dienden te houden. Weg met de schommel, geen waslijnen en ook geen huisdieren meer. Vader slachtte het gevogelte en de duiven smaakten heerlijk mals. Piet ging graag naar school en was een geziene knul die geen bravoure nodig had om vrienden te maken. Voor meester Raas had hij ontzag, maar die was dan ook het hoofd van de school. Nee, dan juffrouw Bruijn, die was ook best wel streng maar toch weer anders. Hij kon goed leren, maar er was één vak op school waarin hij echt uitblonk en dat was tekenen. Naast zijn grote passie tekenen mocht hij ook graag figuurzagen of een balletje trappen met de jongens uit het spoor- buurtje. Toen in het dorp de voetbalclub O.K.B.( Op Klompen Begonnen) werd opgericht, dacht een aantal spoorbuurt- jongens: ‘Wat hullie kenne, kenne woi ok’ en richtten een eigen clubje op wat ze K.M.D.( Klein Maar Dapper) doopten. Maar een lang leven was de club niet beschoren. Toen ze op het bullewoidje van Piet Nieuwboer gingen voetballen, werden ze er af gejaagd en zo ging K.M.D. al snel ter ziele. Klein maar dapper Vader Rohof was een goeiige man die alles al gauw best vond, maar moeder was op sommige punten zijn tegenpool. Zij pakte de kinderen wat harder aan en hanteerde duidelijke regels. Zo was het huishouden vrouwenwerk. Daarmee hadden de jongens niets te maken, dat was voor moeder en zus Breggie! Als Piet vrij had, ging hij dikwijls met zijn vader mee als deze te werk ging. Hij vond het maar wat spannend op de lorrie en hij hielp vader met het op en neer pompen van de stang om het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2004 | | pagina 36