Zo ging dat in die tijd. Riet Wever-Appel. 34 Na de kerk met het gezin naar huis, je kreeg een kerkboek, beeldje of kruis. Wie zal het allemaal nog weten? De schooljaren gingen ook zomaar door. Je kreeg godsdienstlessen van pastoor met vragen om nooit te vergeten. Met grote stappen door de jaren, tijd dat we nog kinderen waren. Voorbereiding voor communiedag, samen biechten voor de eerste keer, in ’t nieuw en krullen in heer. Denk erom: eten noch drinken mag. Alle dagen trouw naar de kerk gaan, dat kwam dan op je rapport te staan. Meisjes! De mutsen niet vergeten! De jongens mochten misdienaar zijn, een koorhemd was er voor groot en klein. En je moest alle gebeden weten. Vijf Mariadagen in het jaar die vierden we getrouw met elkaar. En in mei was er lof tot haar eer. Bij elk feest liet men kaarsen branden en soms kwam wat kaarsvet op je handen. Blasius zegen! Naar de kerk maar weer! Dikke dinsdag, wat werd er dan gedaan? Op Aswoensdag een askruisje halen gaan. Ook de vastentrommel kwam te voorschijn. De roomse wetten in die dagen, waren nodig om God te behagen en bedoeld voor ons eigen welzijn. Wijwater halen was een vast gebruik, dan vulde je een fles of kruik op Paaszaterdag in het kerkportaal. Een aflaat verdienen kon je menig keer, ieder kerkbezoek telde een keer. Weet Petrus dat ook nog allemaal? Er was dikwijls een kerkelijk feest, waarbij meisjes bruidjes zijn geweest. Witte jurkjes kwamen uit de kast, wat een werk door de moeders gedaan, alles moest op die dag gnappies staan. Strooiselmandje mee en het haarlint vast. In klas zes werd je Groot Aangenomen, voor het Vormsel moest de bisschop komen. Soms kwamen paters mediteren, op zeven van die missiedagen om je ziel eens flink uit te ragen. Waar we dan veel van konden leren. Hemelvaartsdag, aanbiddingsfeest, veertigurengebed; het is geweest. De kerk, het middelpunt van het leven. Processie, monstrans, pastoor ging voor, daarna verenigingen en het koor. Wat vaandels, die nog zijn gebleven. Zouden we er niet naar kunnen streven deze gebruiken eens te herbeleven? Het zal zeker mensen deugd doen, zo’n eerbetoon aan vroeger tijd. We raakten immers zoveel kwijt. Met dees wens besluit ik mijn sermoen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2004 | | pagina 34