11
Het bestuur van de Sloot-
gaardpolder. De foto is
gemaakt in 1924.
Vl.n.r.: CeesBakker, Piet
Nieuwboer, Cor Jong,
Lou Poland, Dirk Wijnker,
Klaas Stoop, molenaar Jan
Dekker, dijkwerker Jacob
Jong.
Piet de Wit uit Noord-Scharwoude, Klaas
van Schagen uit Heerhugowaard, Cor
Rood uit Waarland en Klaas Broersen uit
de Slootgaard hadden gesolliciteerd naar
deze functie. Cor Rood werd benoemd
met de volgende arbeidsvoorwaarden:
Jaarlijksche bezoldiging f70, benevens
het gebruik van het gehele erf en twee
tuinen welke bij de molen liggen. Vrij van
grondbelasting. De molenaar zal geene
eenden mogen houden.
En al de vette waren, benodigd voor
de molen, voor eigen rekening moeten
nemen. Hiervoor zal hij een jaarlijksche
gratificatie van f 26 ontvangen. Hij wordt
benoemd voor één jaar. Met kersttijd om
zijn (her-) benoeming vragen, ’s jaarlijks.
Klachten over het functioneren van zijn
opvolger, Henk Koomen, werden in de
vergadering van 21 oktober 1903 geuit. Hij
begon in de ogen van een aantal ingelanden
steeds te laat met malen. Ook waren ze
ontevreden over het niet tijdig openzetten
van de inlaatpomp in tijden van droogte.
De dijkgraaf nam hierna het woord en
stelde dat de molenaar graag wilde
blijven. Hij drukte de molenaar vervol
gens op het hart, dat, wanneer hij in de
molen wilde blijven, hij zorgen moest
op tijd en bij goeden wind te malen.
Molenaar Koomen nam zich dat voor
en beloofde zulks te doen. Eerder was al
gesignaleerd dat deze eigenzinnige mo
lenaar een stookgelegenheid op de molen-
Windrecht
In de loop der jaren was het bestuur
er toch wel van doordrongen geraakt
dat de afvoer van het water steeds pro
blematischer ging verlopen. Te vaak
moest de molenaar met lede ogen aanzien
dat de Waarlandsmolen de blauwe sein
vlag in top had als teken dat de bemaling
moest worden gestaakt, omdat het water
in de ringsloten van het Raaksmaats-
boezem het maximaal toegestaan peil
had bereikt. Nabijgelegen polders,
zoals de Schagerwaard in 1873 en de
Waarlandspolder in 1877, werkten met
een stoommachine en hadden daardoor
altijd een voorsprong op de molen van
de Slootgaard. Toen Cees Hille aan de
overkant van de ringsloot tegenover de
molen een nieuw woonhuis annex schuur
ging bouwen, was het polderbestuur daar
bepaald niet gelukkig mee.Tegenhouden
kon men het niet, maar de molenaar kreeg
wel de opdracht gedurende één jaar bij te
houden het aantal keren dat hij daarvan
hinder heeft. Ook de leden van het bestuur
werd gevraagd dit bij te houden. Het blijkt
niet uit de notulen of bij teveel hinder de
Polder alsnog van het windrecht gebruik
zou maken om de sloop van het huis te
bewerkstelligen.
zolder had geïnstalleerd om een voor
raad stro te drogen. Het polderbestuur
was ook hier niet van gediend.
Elektrisch malen
Toen de molen in 1924
ernstige mankementen
vertoonde, was men min
of meer gedwongen een
keuze te maken. Een in
specteur van Waterstaat
had al aan dijkgraaf Cees
Bakker aangegeven dat
stoom voor de polder te
duur zou zijn. Elektrisch
malen zou wel haalbaar
zijn. Het bestuur besloot
op 13 augustus 1924
zijn licht op te steken
bij de polders Wogmeer
en Lagehoek. De keuze
werd snel gemaakt. Drie
weken na het bezoek viel
het besluit om electrisch
te gaan malen, daartoe
een geldlening aan te
gaan van f 10.000 tegen