KEET, 90 JAAR IN HOUT
Piet Kleverlaan
7
Op het rode pannendak van de timmerwerkplaats aan Weelweg 1
te Waarland staat met donker geglazuurde pannen het jaartal
1913. In dat jaar werd deze werkplaats gebouwd door Piet Mooij.
Eén jaar later is het pand overgenomen door Jo Keet. Bijzonder is
het dat het 90 jaar later nog steeds in handen is van deze familie.
’Om te mogen bouwen een
woonhuis met timmermans
werkplaats in ’t Waarland,
sectie E1488.’
De eerste timmerman
De eerste decennia van de vorige eeuw
verkochten verschillende veehouders
hun land aan startende tuinders. Weiland
werd omgeploegd, grasland verdween,
koolplanten en aardappelen kwamen
ervoor in de plaats. Het dorpsbeeld
veranderde daardoor. Enkele tuinders
lieten een huis met koolschuur bouwen.
Een smederij, een bakkerij, een kaas-
fabriek, een tweede café én burger-
woningen kwamen erbij.
Arie Bakker woonde sinds 1900 in Waar
land en was timmerman. Hij en zijn
vrouw Neeltje Zut hadden een klein
huis aan de Veluweweg, later bewoond
door de familie Meester, nu: nr. 6. De
veranderingen gaven Arie Bakker werk,
zoals te lezen is in een tweetal verzoeken
uit 1906 aan het gemeentebestuur van
De geglazuurde pannen
De uit Alkmaar afkomstige
timmerman Piet Mooij was
getrouwd met Antje Stoop van
de Oostkade. Hij was daardoor
enigszins bekend in het dorp
en hoopte dat met een eigen
timmerbedrijf een redelijk goede
boterham was te verdienen. Het
vak had hij van zijn vader geleerd.
Piet Mooij kocht het bedrijf van
Bakker en kreeg veel werk. Het
ging zo goed dat hij het aandurfde
een royaal woonhuis met werk
plaats te bouwen (nu: Veluweweg 2).
Helaas zette hij zijn stok te ver. Hij had
de bouw van de sluis nabij de Waarlands
molen aangenomen, waarbij hij zich
deerlijk had vergist in zijn begroting. Na
de eindafrekening bleek hij op het werk
f 1.000 te hebben verloren en dat had tot
gevolg dat hij zijn nieuwe spul aan Piet
Zutt moest verkopen.
Harenkarspel: Om te mogen overgaan tot
het bouwen van een burgerwoning ten
behoeve van S. Jaspers ter oprichting
eener metzelaarsaffaire. En het bouwen
van een paardestal voor A. van Ophem
en Conz. Deze stal op te trekken geheel
van hout en met pannen te bedekken.
Naast onderhoud en nieuwbouw maakte
Bakker kruiwagens, kozijnen, deuren en
klompen. Hij had zijn werkplaats achter
het huis. Het was een kapberg, waarin
ook de voorraad hout lag opgeslagen.
De verschillende opdrachten bezorgden
hem zoveel werk, dat er al gauw een
knecht bij moest. Daaf van der Gulik
kwam bij hem te werk. Die had al snel
door dat je als baas beter af was dan als
knecht. Van der Gulik werd in 1907 de
concurrent van Arie Bakker en
begon aan de Veluweweg een
eigen timmerbedrijf.
Kort daarna kwam er een eind
aan het bedrijf van Bakker. Door
reuma gekweld moest hij tot zijn
spijt de zaak verkopen.