39
Antoon Smeets trof in Waarland een
school aan met kinderen die een leer-
achterstand hadden opgelopen, terwijl
een duidelijke leiding ontbrak. Meester
Lourens Bleeksma had na meester Plaats
man niet de tijd gehad een eigen stempel
op de school te drukken. Bij zijn vertrek
werd meester Watfrides Janknegt aan
gesteld als tijdelijk hoofd. Hij moest zich
maar zien te redden, want Bleeksma had
in het geheel geen instructies achter
gelaten. De jeugd van Waarland
voelde die nieuwe situatie feilloos aan
en liep bepaald niet in het gareel. Ook
de verhoudingen tussen de leerkrachten
waren niet opperbest. Meester Smeets
kwam niet in een gespreid bedje terecht,
verre van dat. Nee, hij moest in die situa
tie verandering zien te brengen. De jonge
maar talentvolle Smeets slaagde daarin
volkomen en spoedig heersten er weer
orde en regelmaat in de school.
Tuinbouw en -onderwijs
Meester Smeets was ook in het bezit van
de akte Land- en Tuinbouw en dat stond
de mensen in Waarland wel aan. Bij zijn
aanstelling als hoofdonderwijzer met
deze akte was hem een extra, jaarlijkse
toelage van 150 in het vooruitzicht ge
steld. Belangrijker was dat hij met deze
akte op zak in staat was het snelgroeiend
aantal jonge tuinders de nodige kennis
bij te brengen op het gebied van nieuwe
teelttechnieken en bemestingsleer. Ook
de ouderen in Waarland konden op dit
gebied het nodige van de hoofdonderwij
zer opsteken. Samen met de Tuinbouw-
vereeniging Waarland en Omstreken
eigen school in 1862, voor het eerst een
hoofdonderwijzer van katholieke huize.
Er werd getrouwd op dinsdag 16 april
1912 in het Limburgse dorp Linne, de
geboorteplaats van Lienke. Drie weken
later nam het jonge paar zijn intrek in de
onderwijzerswoning, die aan de drie
lokalen tellende lagere school was
gebouwd. Om een herinnering aan hun
huwelijk te hebben, werd bij de familie
Vlaanderen aan het Verdronkenoord te
Alkmaar de trouwfoto gemaakt. Lienke
bracht vanuit Linne haar bruidsjurk mee
in een koffertje. Het bruidsboeket waren
de dahlia’s uit een vaas van de fotograaf.
De reis naar Alkmaar maakte het jonge
stel met de fiets.
werd in het schoolgebouw een tuinbouw-
wintercursus gegeven. De belangstelling
hiervoor was bijzonder groot; niet alleen
uit Waarland, maar ook uit Heerhugo-
waard-De Noord, ’t Veld en Zijdewind
kwamen cursisten voor deze opleiding.
En daarmee was het eerste bijbaantje
voor meester Smeets een feit.
In het voorjaar van 1915 gaf Andries
Dekker te kennen dat hij zijn functie als
voorzitter van de tuinbouwvereniging ter
beschikking wilde stellen. Het was niet
zo verwonderlijk dat de meester van
wege zijn kennis van zaken werd ge
vraagd voorzitter te worden van de Tuin-
bouwvereeniging Waarland en Omstreken
en vanaf 9 maart stond hij aan het hoofd
van deze standsvereniging. Hoelang
hij deze functie vervulde is vooralsnog
niet duidelijk aan te geven, het archief
van deze eerste belangenorganisatie in
Waarland is spoorloos.
Nauwelijks was er in het dorp sprake
van een eigen parochie of er ontstond
een andere tuindersvereniging. Maandag
19 januari 1920 richtten 75 tuinders
de tuindersbond ‘Harenkarspel-Oost’
op, de voorloper van de latere afdeling
van de LTB. Het zal duidelijk zijn dat
pastoor Vollering een grote rol vervulde
bij de totstandkoming van deze tweede
vereniging. Tuinbouwvereeniging Waar
land en Omstreken was een algemene
vereniging, Harenkarspel-Oost was ge
stoeld op katholieke grondslag. En dan
was er nog de organisatie waarin tuinders
uit De Sloeierd én Zijdewind waren
verenigd.
Oogstverlof
Aan het begin van de vorige eeuw werd
er in Waarland veel grasland omgeploegd
en geschikt gemaakt voor de intensieve
tuinbouw. Dit hield in dat er een gestage
groei was van het aantal tuinderijen in de
polder. Kinderen werden door hun ouders
van school gehouden en konden thuis
helpen tijdens het plant- en oogstseizoen.
Meester Smeets begreep de ouders don
dersgoed, maar hij vond toch dat er paal
en perk moest worden gesteld aan deze
vorm van schoolverzuim.
De leerplichtwet bood de mogelijkheid
om kinderen oogstverlof te geven. De
Algemene Plaatselijke Verordening re
gelde dit naar de plaatselijke omstandig
heden. In de oogsttijd waren de hoogste
klassen slechts zelden volledig bezet.