VERSLAG GODSDIENST-DIPLOMA A (TWEEDE GEDEELTE) VOOR GODSDIENSTLEER II KATECHISMUS VADERL. EN ALG. KERKGESCH. 35 Juffrouw Jansen was sinds 1921 gediplomeerd onder wijzeres. Voor het lesgeven aan een katholieke school was nog wel een Godsdienst- diploma vereist, waarvoor zij in 1925 examen heeft afgelegd. Separatie Vollering kon zich maar moeilijk neer leggen bij de afloop en zon op mogelijk heden soortgelijke problemen in de toe komst te voorkomen. Op 27 mei 1927 schreef hij aan B en W van Harenkarspel als volgt: Door Z.D.H. den Bisschop van Haarlem ben ik verwezen naar de bepaling van de laatste Prosynodus in Jan. l.l. ge- miteiten niets was overgebleven en dat ge zocht moest worden naar middelen om de verstoorde onderlinge verhoudingen te ver beteren. De officier van justitie had inmid dels op zijn manier de zaak onderzocht en was eveneens tot de conclusie gekomen dat er geen enkel strafbaar feit was gepleegd en seponeerde de zaak. De kwestie was hiermee formeel volledig afgedaan, maar het had de school bepaald geen goed ge daan. Het steile gedrag van de o zo preutse pastoor had wel gezorgd voor tweespalt in het dorp. David van der Gulik vroeg zelfs toestemming om zijn twee schoolgaande kinderen naar de bijzondere school in Heer- hugowaard te laten gaan. Als reden voor deze overplaatsing werd aangegeven ’on voldoende onderwijs’ aan de bijzondere school in Waarland. Naar het oordeel van B en W kon er van gemeentewege geen ver voer voor gemeenterekening plaatshebben. VAN HET EXAMEN VOOR HET houden, waarin de Bisschop met het oog op de toch steeds gevaarlijker omgang van jongens en meisjes, ook al zijn deze nog jeugdig, als zijn wensch heeft uitgespro ken dat, waar de mogelijkheid bestaat en de omstandigheden het toelaten, splitsing der scholen in jongens en meisjesscholen, geschieden moge. Hoogachtend J.J. Vol- lering, pastoor. Vrijwel tegelijkertijd bracht de Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Den Helder een rapport uit, waarin de gemeente dringend werd geadviseerd twee lokalen bij de school aan te bouwen. Van de zes lokalen zou dan een lokaal als overblijfruimte kunnen worden ingericht. Burgemeester Burger, toch al geen vriend van pastoor Vollering, had zo langzamerhand schoon genoeg van het Waarlandse schoolbestuur. Hij wilde op korte termijn een eind maken aan het gezeur en schreef dat door de aanbouw van twee lokalen aan Uwe school op alleszins bevredigende wijze aan de behoefte aan schoolruimte - ook na een eventuele separatie - wordt tegemoet gekomen. Daar kon het schoolbestuur het voorlopig mee doen. De situatie werd in middels wel steeds nijpender. Kinderen woonachtig aan de Laanderweg en en kele kinderen uit de Slootgaard waren al uitgeweken naar de school in Heerhugo- waard-De Noord en ’t Veld. Een vijfde leerkracht, Afra Bak ker uit Oudorp, was met haar klas onder gebracht in het lokaal van kastelein Cor van Ophem. De ge meente had de ruimte gehuurd tegen een forse vergoeding van f 10 per week. Er moest op korte ter mijn echt wat gebeu ren. Vollering bleef de voortgang echter belemmeren. Opnieuw schermde hij met de wens van de kerkelijke over heid, verwees naar het ruimhartig han delen van de gemeen te Warmenhuizen waar deze eene gese pareerde opvoeding heeft bewerkt, De Bisschopp. Gecomm.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2004 | | pagina 35