Waarland, augustus 2003.
28
Nag zat
Arie was gelovig, las veel katholieke
blaadjes en had een abonnement op
Studio, de KRO-gids. Hieruit knipte
hij foto’s en plakte deze aan de wand.
Elke zondag ging hij op de fiets naar
het klooster in Nieuwe Niedorp te kerk.
Vroeger ging hij naar Waarland.
Waarom hij naar de kloosterkerk ging,
weet ik niet. Hij zal er wel een reden
voor hebben gehad.
Op zaterdag haalde hij zijn vleeswaren
bij slager Wever. Hij kreeg dan een kluif
voor zijn hond. ”Dank u, namens de
hond en mijn vrouw!”, was steevast zijn
antwoord. De slager reageerde niet, die
wist wel beter. Eens in het jaar ging hij
naar zijn broer Cor in Alkmaar. Ik bracht
hem daar naar toe. Ik herinner me nog de
eerste keer. Ik had een oude Mercedes,
Arie liep er een paar keer om heen alsof
hij de auto niet vertrouwde, maar stapte
toch in. ’s Avonds ging ik wel eens naar
hem toe om een potje te schaken. Zo hield
ik hem ook een beetje in de gaten. Op een
dag wilde mijn vrouw Aries huisje wat
opruimen. Dat mocht niet, het was niet
nodig en als ze vroeg: ”Arie, moeten we
eens wat nieuwe kleren kopen?”, was zijn
reactie: ”Ik hew er toch nag zat.
De kruidenier, melkboer en bakker
kwamen niet verder dan de deur. Gurie,
ik en zijn broer Cor uit Alkmaar waren
de enigen die binnen mochten. Het huis
raakte vervuild. De tafel en de vloer
waren bezaaid met kranten, de aanrecht
vol met pannen en blikjes. Overal had hij
muizenkorrels gestrooid om muizen en
ratten te lijf te gaan. Arie vervuilde meer
en meer.
Zijn laatste jaar
Zo leefde Arie. Nooit getrouwd, maar
wel tevreden en onafscheidelijk van zijn
hond, die hij steeds Puck of Bob noemde.
In de zomer van 1987 ging zijn gezond
heid achteruit. Vanaf die tijd ging ik elke
morgen effies kijken of hij al uit bed was.
Ik liep om het huis en als ik wat hoorde,
was ik gerust.
Praten met hem over een bejaardenhuis
had geen zin. Hij wilde niet weg van de
kaai en hoe oud hij zou worden, liet hij
over aan God. In die tijd was zijn nog
enige broer Cor ernstig ziek en niet meer
in staat Arie te bezoeken en te helpen.
Begin maart 1988 bemerkte ik dat er wat
mis was. Het hondje liep onrustig in de
kamer en Arie lag nog in de bedstee. Ik
heb de deur geforceerd en zag dat het
niet goed met hem ging. Ik belde dokter,
deze kwam en vertelde hem dat hij naar
het ziekenhuis moest. Geen sprake van,
Arie bleef thuis. Wat kon ik verder doen?
Na uren praten, kreeg ik hem toch zo
ver. De ambulance kwam en werd Arie
naar het ziekenhuis in Alkmaar gebracht.
Gurie en ik hebben hem enkele keren
opgezocht. De zusters hadden hun best
gedaan om hem te wassen, maar Arie
vond dat eigenlijk maar niks. Op 22
maart 1988 overleed Arie Komen. Niet
op de plek waar hij heel zijn leven had
gewoond, maar op een ziekenhuisbed.
Hij is ook in Alkmaar begraven.
Kort daarna is zijn huisje door de familie
leeggehaald. Ik mocht zijn land kopen
en het huisje met de houten koolboetjes
kwamen in de verkoop. Jos Dekker werd
de eigenaar, sloopte het geheel en zette er
een nieuwe woning neer.’
In de hal van huize Dekker hangt een
foto van Arie Komen als herinnering
aan een eenvoudige, onbekende bekende
Waarlander. Een persoon die, naar
gelang hij ouder werd, zich steeds
ongemakkelijker voelde binnen de
Waarlandse gemeenschap. Arie leefde
het leven op zijn manier en was door en
door tevreden.
Foto’s:
Nico Komen.
Geraadpleegde bronnen:
- Waarland van Toen, deel 3.
- Archief Verenigde Noordhollandse
Dagbladen te Alkmaar.
- Nico Komen te Warmenhuizen.
- Truus Ruiter-Kok, Jan en Gurie de
Waard te Waarland.