27 Arie Komen leefde het leven op zijn manier. zijn huis onder de boom op een bankje. Hij had een mooi uitzicht op de kaai. Als middageten maakte hij een prakkie. Dit deed hij in de pan die hij de dag er voor had gebruikt en door zijn hondje was schoongelikt. ’s Middags weer een rondje, koffie drinken op zijn bankje, wat brood eten en tot ’s avonds laat televisie kijken. Als er een oorlogsfilm kwam, zette hij de tv uit. Arie hield niet van schieten. Door de week liep hij altijd op klompen en droeg een versleten jassie en broek. Een touwtje om zijn middel moest er voor zorgen dat de broek niet afzakte. Arie vond het prachtig als hij met iemand een praatje kon maken. De mensen stonden versteld van zijn grote kennis van de politiek en van de gebeurtenissen in binnen- en buitenland. De laatste jaren van zijn leven kwam er bijna niemand meer bij hem in huis. Een goeie buur Jan de Waard vertelt: ‘Toen ik nog thuis woonde, op Oostkade 23, kwam Nico Ko men tijdens de grote vakanties bij Arie lo geren. Zijn oomzegger kwam uit Alkmaar en vond het prachtig aan de kaai. Van die eerste tijd weet ik niet zo veel. Begin jaren ’60 trouwden Gurie en ik en kwamen naast hem wonen. We hadden een goeie buur aan hem. Toen onze kinderen nog klein waren en wij ’s avonds op visite moesten, paste Arie altijd op. Hij zat de hele avond televisie te kijken en rookte een sigaartje. Ik weet nog hoe Arie reageerde bij de eerste maanlanding in 1969. ”Dat ken niet, de tillevisie houdt ons voor de gek. Die manne benne hille- gaar niet op de maan, ’t zal wel de ien of are woestoin weze.” In 1973 werd Arie 65, hij stopte met zijn tuinderij en kocht een tv. Arie wilde geen hulp meer in huis en vanaf die tijd werden zijn sociale contacten langzamerhand minder. Door de week stond hij om half acht op, waste zijn gezicht een beetje met zijn handen en schoor zich af en toe. Dan zette hij een flinke pot koffie voor de hele dag, at wat oud brood en liep met zijn hond Puck naar de Weelbrug en weer terug. Bij mooi weer zat Arie voor Het gevolg was dat Arie wat nieuws moest aanschaffen. Hij kocht ook een stofzuiger, omdat in die periode de Oost- kade was aangesloten op het elektrici teitsnet. Ook kwam er waterleiding. Ik kookte voor hem voor enkele dagen, hield zijn huisje schoon en hielp ook op het land of bij het omleggen van de kool. In 1956 ben ik weggegaan, toen kwam Annie op ’t Veld uit ’t Veld.’

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2004 | | pagina 27