-4^X1
23
Om de zaak op te lossen kwamen er
verschillende opties ter sprake. Het
eerste voorstel om de sloten uit te
diepen haalde het niet: de zanderige
grond zou het niet goed mogelijk
maken om dieper te spitten. Een tweede
voorstel was de polder uit te breiden
met honderd morgen (90 hectaren)
land. De mogelijkheid daartoe lag in
het noordoosten van de polder tot het
Nickelandt, een stuk oud en hoog land.
Een slimme oplossing want op die
manier zou tweede derde deel van de
Over deze kwestie was de vergadering
het snel eens. Unaniem werd besloten
de molen te dekken met riet in plaats
van met hout. De stenenbak zou worden
gesloopt en een nieuwe bak zou van hout
worden gemaakt maar wel zodanig, dat
er een groter scheprad in geplaatst kon
worden. Voorts den molen repareeren in
alles naer behooren!
Het tweede agendapunt lag aanzienlijk
moeilijker. Reparatie van de molen was
weliswaar dringend noodzakelijk, maar
bood geen oplossing voor de voort
durende wateroverlast. Er waren aldus
Dirck van der Hoogh drie oorzaken:
1o de polder heeft onvoldoende sloten,
2o de ringdijk lekt op verschillende
plekken, 3o de molen staat op de
verkeerde plaats en staat slechts 2,5
voet (75 cm) boven het laagst gelegen
land om welcke reden hij het water
lantsaemerhant moet uut melcken.
lekke ringdijk komen te vervallen.
Twee dammen in de bestaande ringsloot
en de bouw van een bovenmolen zouden
een einde aan de problemen maken.
Dit plan werd staande de vergadering
afgeblazen. Secretaris Van Veen, die ook
dijkgraaf was van de polder Heerhugo-
waard, vertelde dat de polders Geestmer-
ambacht en Heerhugowaard absoluut
geen toestemming zouden geven.
Voorts werd er aan getwijfeld of de
huidige molen voldoende zou kunnen
functioneren als ondermolen.
Uiteindelijk bleef er één oplossing over,
namentlijck tot het stellen van een
tweede molen in den polder waermede
men met niemanl. te doen heeft als met
sijn eijgen en oude ingesetenen, sonder
met Geestmerambaght - Huijgenwaert
off ander buijten eijgenaers te doen te
hebben daer togh questie in der ewicheijt
mede valt. De conclusie moge duidelijk
zijn: de bewoners en eigenaren van de
Slootgaardpolder wensten hun eigen
boontjes te doppen, zonder enige be
moeienis van derden, dat ‘gaf toch maar
kwesties tot in de eeuwigheid’.
De kosten van de bouw van de onder
molen en de reparatie van de bestaande
molen werden zoals gebruikelijk
- morgen morgen gelijk - omgeslagen
over de eigenaren en gebruikers van
de polder. Een jaar later was de klus
geklaard en werd het stil rond de kleine
polder.
Waarland/Heerhugowaard,
december 2003.
Bronnen:
Met dank aan S. Schipper te Warmen
huizen.
- Regionaal Archief te Alkmaar.
- Archief van de Niedorper Kogge te
Edam.
- Archief gemeenten Oude en Nieuwe
Niedorp te Alkmaar.
- Archief van de Slootgaardpolder te
Alkmaar.
- Archief Verenigde Noordhollandse
Dagbladen te Alkmaar.
- Archief ’A.L.J.Z’ te Heerhugowaard/
Waarland.
'Het stellen van een
tweede molen in de pol
der waermede men met
niemant te doen heeft als
met sijn eijgen.'
Fragment van de kaart
van Johannes Dou uit
1745.
c<r,
Jt Di
3
tftUn-
te Cijfer
r Ctu
•fttoZc ’y
Sk X