55
Broer leek het meest
geïnteresseerd in het
bedrijf. Vanaf 1957
zette hij de zaken van
zijn vader voort.
hij dan zo ingespannen bezig was, schoof
Agie vaak wat lekkers onder zijn neus
waarvan hij dan zo smakelijk kon kanen.
De koektrommel had in de brandkast een
veilige plek voor grijpgrage kinderhandjes,
maar Cor had de sleutel en was op dat
punt niet zo safe. Hij was een Bourgondiër
in hart en nieren. Met Rikus Dekker, Piet
Bakker-Portegijs en Simon Hoek had hij
een kaartersrondje en het was vast pandoer
dat eerst de koffie of ‘sukkelaadmelk’ op
tafel kwam en daarna, voor zijn viertjes
een kan jenever. Standaard riep Simon
Hoek, als zijn borreltje een beetje wankel
op het pluche tafelkleed stond:
’Voorzichtig, ik hew liever dat de Skager-
kerk omdondert den dat moin glaassie
omvalt. Wanneer ’s avonds de
straatverlichting aanging, riep Agie de bui
ten spelende kinderen binnen. Was het
koud weer of regende het, dan gingen ze
met zijn allen zingen, vader Cor incluis.
Veel oude liedjes van vroeger, die hij nog
van zijn ouders had geleerd, gaven ook bij
de kinderen een gevoel van plezier en
saamhorigheid. Zijn interesse in andere
landen van de wereld trachtte hij op zijn
kinderen over te brengen op het moment
dat hij de atlas opensloeg en net als de
meester voor de klas de landen in het
prachtige boek tot leven wekte. Hij hield
van kinderen en had ook een bijzondere,
invoelende kijk op het jonge grut. Toen
Siem Jonker met zijn spaarbankboekje bij
hem kwam, schreef Cor achter het woord
beroep: advocaat.
Gratis pannen
Na de duistere oorlogsjaren klauterden de
mensen er beetje bij beetje bovenop. De
wederopbouw van Nederland was in volle
gang en dat was ook te merken in de win
kel van Cor. De nieuwste radio’s met
ingebouwde platenspelers kwamen op de
markt en vervingen zo zoetjes aan de dis-
tributiemodellen. De houten wasmachines
en de ouderwetse wringers maakten plaats
voor centrifuges en stalen wasmachines.
De inkoop ging er in die tijd heel anders
aan toe dan vandaag de dag. Zo kwam er
op een dag ene mijnheer Kerkmeer uit
Alkmaar bij Cor Dekker binnenstappen.
Met het nodige aplomb zette hij een hele
handel aan elektrische apparaten in de
winkel en gooide het met Cor op een
akkoordje. Cor had geen geld om de han
del te kopen maar dat was geen bezwaar.
’Mijnheer Dekker’, zei de man, u betaalt
pas als u de spullen heeft verkocht. En
samen rookten ze op de mondelinge over
eenkomst nog een beste sigaar uit de doos
van de vertegenwoordiger.
Bij de fabrikant van Gazelle-fietsen ging
het al precies eender. Destijds kwamen
dergelijke bedrijven zelf langs om te zien
waar ze eventueel hun spullen konden
plaatsen. De toenmalige vertegenwoordi
ger van de elektrische fornuizen was een
hele slimme, want hij probeerde Agie te
paaien met een gratis pannenset. Voor
waarde was wel dat ze haar peteroliestel
niet meer mocht gebruiken en op het nieu
we, moderne elektrisch fornuis zou koken.
Als showend huisvrouw kon zij zo aan
belangstellende kopers van een fornuis ter
plekke laten zien hoe praktisch en
hygiënisch het elektrisch koken wel was.
Agie had er grote moeite mee, maar onder
aanmoediging van Cor werd de koop toch
gesloten en dat het geen miskoop was,
mag blijken uit het feit dat het fornuis
vijftig jaren trouw dienst heeft gedaan.
Als de kinderen in de keuken aan het
stoeien waren kreeg Agie het altijd een
beetje benauwd en riep dan waarschu
wend: ’Denk om m’n fornuis!’
(Het fossiele fornuis is er nu nog steeds
en staat in de werkplaats van Broer.)
Van alle kinderen Dekker bleek Broer het
meest geïnteresseerd in de winkel. Inder
tijd was hij de tweede Waarlander die naar
de ambachtsschool in Alkmaar mocht om