46 Jan Zut op zijn eigen bouwerijtje Vader was loonploeger Arie Zut vertelde: ‘Mijn vader had een eigen bouwerijtje, dat waren maar vier korte akkers achter het huis die uitkwa men bij de ringsloot. Maar in de winter maanden was hij ook loonploeger. Hij had twee paarden die op stal stonden in het witte boetje bij Gert Groen aan de Kerkweg. Eerder woonde ‘Zwarte Bruin’ daar, (nu: Kerkstraat 83). Vader ging er ’s morgens vroeg uit. Hij stond om vier uur op en dan ging hij naar Groen om er zijn paarden te voe ren. Op de zolder lag stro en hooi. Als ‘Samen met Piet Bruin van Jan en enkele kinderen uit de buurt ging ik lopend naar school. We bleven over, had den brood van thuis mee. Het was voor ons onmogelijk om tussen de middag naar huis te gaan, daarvoor was de afstand te groot. Als het goed had ge vroren, gingen we ‘dwarsveld’ via akkers en dichtgevroren slootjes recht op school aan. Dat leek een kortere weg, maar het duurde langer eer we er waren. Tweemaal tekenen Het woonhuis met erf, schuren en bouw land, tezamen groot 1.84.70 hectare, wis selden van eigenaar, van vader naar zoon. Zaterdag 28 december 1954 tekende Arie Zut de koopakte waarmee hij de eigen dom van het Roodpannenhuis en om ringende gronden verwierf. Voor vader Zut kwam hiermee een einde aan zijn werken op de akkers en in de tuinderij. Wel woonde hij met zijn vrouw nog enige weken in bij zijn zoon en schoondochter. Drie dagen later was er weer een belang rijke dag in het leven van Arie Zut. Op de laatste dag van 1954 stond hij met de beesten waren verzorgd, kwam hij weer thuis en at hij zijn brood op. Zo rond zessen haalde hij zijn paarden op en vertrok hij om her en der te ploegen. Bij het ‘ouwe huis’ (aan de tegenwoor dige Nieuwepolderweg) werden de paar den in de praam gezet en zo voer vader naar zijn verschillende klanten. Het was normaal dat hij een dag weg bleef. Hij had brood mee voor tussen de middag. Hij ging, watje noemt ‘op brood’. Ik moest vaders schuit wel eens omvaren. Dan ging ik via de sluis bij de molen de polder in en bracht ik de schuit via molensloten tot het betonnen bruggetje bij Hendrik Danenberg, ter hoogte van waar nu de Speketersweg is. Als vader het land niet varend kon bereiken, zette hij zijn ploeg en wat gereedschap op een platte wagen en met ‘Vossie en Bruin’ reed hij naar zijn werk.’ Jan Zut ploegde veel in de Bleekmeer- polder, waar Langedijker tuinders hun land hadden. Zut bracht de akkers op de winterlaag voor o.a. Piet Bruin, Gert Groen, Cees Jansen, Arend Klaver, Gert Moras, Arie Zutt-Busker en Jan Zijp. Arie Zut: ‘Mijn eerste baas was Gert Jongejan, die woonde in een boerderij aan de Waarlandsweg (nummer 10). Hij had een gemengd bedrijf en hield een stuk of acht koeien. Later ging ik te werk bij Gert Groen aan de Kerkweg. Bij hem stonden de paarden van mijn vader op stal. Groen verbouwde o.a. tul pen, irissen, uien, aardappelen en kool. Gert Groen was een gezellige baas. Met hem kon ik goed opschieten, beter dan met Jongejan. Daar was ik niet graag.’

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2002 | | pagina 46