45
I
Cornelia Moras
en Jan Zut.
Hij sprong met zijn broers of met de
jongens van Bruin of Roozendaal met
een kloet over de talrijke poldersloten,
hij haalde vogelnestjes uit en in het
vroege voorjaar werd de omgeving van
het Roodpannenhuis goed in de gaten
gehouden. Zodra de eerste kievieten
waren gesignaleerd, werden de nesten
regelmatig bezocht. Het zoeken naar
kievietseieren was in de polders van
Waarland een geliefde bezigheid. Arie
Zut hierover: ‘Giel en ik haalden de
eieren uit de nesten en die werden op de
markt verkocht.
was geen gebrek. De stilte van de natuur
was toen niets bijzonders. Er waren geen
trekkers of auto’s die de rust verstoor
den. Van mechanisatie in de tuinbouw
was toen nog geen sprake. De kleine
akkertjes waren niet machinaal te be
werken, het meeste werk ging met de
hand. Het vervoer ging met de punt-
schuit of met paard en wagen.
In Schagen woonde beurtschipper
Speets, die enkele keren per week met
zijn motorboot naar Alkmaar voer. Zijn
route liep ook via de ringsloten van
Waarland. Om de ringvaarten rondom de
Waarlandspolder te kunnen bereiken,
ging Speets met zijn boot door de sluis
bij de Schagerwaard en zo kwam hij bij
de kruising van vaarwegen bij het
Roodpannenhuis. In de twintiger jaren
was er bij het huis van Zut een brug
gelegd die de verbinding met de Spek-
eterspolder vormde. Als Arie Zut de
Vissen bij de boenstoep
De Zutjes waren stuk voor stuk dol op
vissen. Daar was dan ook alle gelegen
heid voor. Als kind zaten ze op de boen-
stoep en kon moeder hen goed in de
gaten houden. Ze visten op witvis en
baars. Toen ze groter werden, snoekten
ze en vingen ze paling. ‘Er was zat vis
in de ringsloten om ons huis, maar later
werd dat toch minder. Vroeger mocht je
alleen maar in het seizoen vissen. Dat
begon in juni en als het weer kouder
werd, was de aardigheid er gauw van af.
Dan ving je nauwelijks meer.’
Arie Zut herinnert zich dat ze met de
motorschuit van Piet Bruin, Simon
Groen en Arie Groen uit Zijdewind op
schoolreisje gingen. ‘Wij, de kinderen
uit onze buurt, stapten bij Bruin in de
boot en die haalde her en der nog wat
kinderen op. Arie Groen kwam met de
kinderen uit De Sloeierd en Simon
Groen had de kinderen mee die lopend
naar school kwamen. We gingen via de
sluis en het kanaal naar Oudkarspel,
door het Ambacht naar Schoorldam.
Daar vandaan liepen we naar Schoorl en
kwamen we bij het Klimduin. Het was
een prachtdag. Meester vertelde over de
natuur en over dingen die we onderweg
tegenkwamen. Af en toe kregen we
limonade en werd er snoep uitgedeeld.
boot van Speets zag aan
komen, ging hij met zijn
doosje met kievietseieren
naar de brug. Tussen de spij
len van de brugleuning door
reikte hij zijn gevonden
eieren aan. En op de terug
weg naar Schagen voer
Speets langzaam op de brug
af en boven op stond Arie te
popelen van ongeduld wat
zijn eierenvondst dit keer had
opgebracht. De vrachtschip-
per gaf het doosje met de
opbrengst aan Arie. In het
begin van het seizoen brach
ten de kievietseieren een
leuke prijs op. Het aantal
eieren dat Arie in de verkoop deed, ver
schilde van keer tot keer. Meestal waren
het er een stuk of vijf, soms met uitschie
ters tot negen stuks.