Jacobus de la Torre.
Pastoor Cleerbesem.
5
krijgen en van eten en drinken moesten
worden voorzien. Zijdewind was een ka
tholiek dorp, alle inwoners zouden op de
een of andere manier worden ingeschakeld.
Ook de Schout met zijn Rakkers moes
ten in de gaten worden gehouden waar
voor een goed werkend waarschuwings
systeem moest worden opgezet. Het wer
den drukke dagen voor deze mensen.
Apostolisch-vicaris De la Tone had in een
brief aan pastoor Cleerbesem laten weten,
dat hij op 23 augustus 1649 naar het wes
telijk deel van West-Friesland zou komen
om er het sacrament van het Heilig Vorm
sel toe te dienen. Pastoor Cleerbesem had
hem laten weten dat hij welkom zou zijn
en dat de nodige voorbereidingen zouden
worden getroffen. Op voorstel van De la
Torre zouden ook omliggende staties bij
de plechtigheden worden betrokken.
Vrijdag 20 augustus 1649 begaf De la
Torre zich per koets, getrokken door twee
paarden, op weg naar het verre West
Friesland. Hij vroeg zich af of hij zich nog
van een wapen zou moeten voorzien. Als
man van God besloot hij daarvan af te
zien. Zondag 22 augustus bereikte hij ein
delijk Alkmaar en nam zijn intrek in de
herberg ‘Het Grauwe Paertshooft’ op de
Dijk. De volgende dag vertrok hij met
Theunis Pietersz, gestuurd door pastoor
Cleerbesem, op weg naar Zijdewind. Op
de hoek met de Schermer sloot pastoor
'Het Grauwe
Paertshooft’op de Dijk
in Alkmaar. Deze
gerenommeerde her
berg heeft tot 1970 als
zodanig dienst gedaan.
lijke godsdienstige bijeenkomsten) worden
gehouden, nochte op andere plaetsen ege
ne kercke toe te stellen ende conventiculen
te houden, op peyne als in den placcate
(op straffe van, zoals genoemd in de aan
plakbiljetten).-
Meyerop was duidelijk geweest. Ook in
‘den Zijtwindt’ had hij al eens een kerk
gesloten, evenals aan de Wateringskant na
bij Lutjewinkel en aan het Oosteinde van
Nieuwe Niedorp. Een aantal jaren had
Cleerbesem zich betrekkelijk rustig ge
houden, maar nu ging hij toch weer dui
delijk over de schreef. Van verschillende
kanten had de Schout signalen gekregen
dat Cleerbesem weer grote plannen had.
Herman Hartman van der Woude zou niet
langer met zich laten sollen en de bezem
door de ‘paepsche stoutigheydt’ van Cleer
besem halen. De Schout wilde echter, voor
dat hij stappen ondernam, eerst zorgen
voor een goede rugdekking. Hij besloot de
regenten van Niedorp bijeen te roepen.
Pastoor Cleerbesem besloot zijn kerk
meesters bijeen te roepen, waaronder Wil
lem Albertsz. en Pieter Comelis Dissel,
twee van zijn vertrouwelingen uit Zijde
wind. De pastoor kon tot zijn vreugde
melden, dat bisschop De la Torre op
maandag 23 augustus 1649 het Heilig
Vormsel zou komen toedienen. Hij sprak
echter ook zijn ongerustheid uit over de
houding van de Schout van Niedorp. Bij
plakkaten waren dergelijke grote bijeen
komsten voor katholieken immers verbo
den. Lang werd er gewikt en gewogen.
Willem en Pieter gaven de doorslag. Zij
waren van mening dat het niet zo’n vaart
zou lopen nu de vrede met Spanje een feit
was. In het vredesverdrag was immers vrij
heid van godsdienst beloofd? De Room-
sche Godsdienst was nu toch toegestaan?
De ambassadeur van Spanje zou daar toch
zeker op toe zien? Besloten werd de plan
nen door te zetten. Willem Albertsz. zou
de Klopjes vragen de katholieke gezinnen
langs te gaan en de namen te verzamelen
van degenen die het Heilig Sacrament van
het Vormsel zouden willen ontvangen.
Pieter Dissel zou de organisatie in en rond
de schuilkerk in Zijdewind voor zijn
rekening nemen. Er werden veel mensen
verwacht, die allemaal onderdak moesten