crstv
Tran
oft
I CitCn
Aptttü
f. y 1
-- J
Missiegebied.
Pastoor Cleerbesem.
hij de overstap naar de hervormde leer,
dan volgden in de meeste gevallen zijn
parochianen vanzelf. Ook het kerk
gebouw ging dan vrijwel geruisloos over
naar de hervormde gemeente. Bleef de
pastoor trouw aan de kerk van Rome, dan
bleef alles bij het oude. Pastoor Cleer
besem was zo iemand.
besem werd ook trouw terzijde gestaan
door een vaste kern van gelovigen.
Hij woonde in het veld, niet in het dorp,
maar in een eenvoudig houten huisje mid
den in de polder, achteraf en verscholen.
Daar was hij veilig. De Klopjes verzorg
den hem en ze zorgden voor zijn huis
vesting, kleding en voeding.
De Klopjes leefden vol
gens vaste regels, vast
gelegd in 'Regelen ofte
Maniere van leven die
de Maegden van dese
vergaderinghe in 't Velt
onderhouden sullen.
Bavo Costerus, bij zijn parochianen beter
bekend onder zijn gewone naam Cleer
besem, was in 1612 benoemd tot missio
naris in het Noorderkwartier. Na zijn
priesteropleiding in het Belgische Leuven
was dit zijn eerste werkgebied dat zich
uitstrekte tot het noordwestelijk deel van
West-Friesland met uitzondering van Scha-
gen. Het moet ploeteren zijn geweest in
dit uitgestrekte missiegebied. Gelukkig
kreeg hij van vele kanten hulp. Zo was er
door zijn voorganger, Joost Boudewijsz.
Cats, al een aantal vrome vrouwen, de zo
genaamde Klopjes, aangesteld om te as
sisteren bij het geven van godsdienst
onderwijs aan kinderen. Ook seinden zij
de parochianen in wanneer de pastoor
langs kwam om sacramenten toe te dienen
of de eucharistie in een schuilkerk te vie
ren. Hun rondgaan en het kloppen aan
huizen van geloofsgenoten bezorgde hen
de bijnaam ‘Klopjes’. Zij leefden bij el
kaar in een kleine gemeenschap volgens
bepaalde regels, welke door de kerkelijke
overheid waren vastgesteld. Pastoor Cleer-
Na tachtig jaar strijd werd tenslotte in
1648 de Vrede van Munster gesloten.
Nederland werd onafhankelijk van Span
je. Tijdens de voorafgaande vredesbespre
kingen werd uitgebreid aandacht besteed
aan de vrijheid van godsdienst. De Spaan
se gezant in de nieuwe republiek, Antoine
Brun, zou nadrukkelijk toezien op de na
leving van de gemaakte afspraken op dit
punt. Hij had vooral zijn handen vol aan
de strubbelingen in met name Brabant en
Holland. Ook het dorp Zijdewind, ruim
twee uur gaans van Alkmaar en één uur
van Schagen, bezorgde hem de nodige
hoofdbrekens. Dat werd veroorzaakt door
Jacobus de la Tomé, apostolisch-vicaris,
pastoor Cleerbesem en Herman Hartman
van der Woude, de schout van Niedoip.
Zij waren partij in de kwestie Zijdewind.
Diederik van Sonoy was door Willem van
Oranje in 1572 aangesteld tot gouverneur
van het Noorderkwartier. Vanuit zijn
hoofdkwartier, het slot te Schagen, oefen
de hij een waar schrikbewind uit onder de
katholieke bevolking. Hij verdacht hen
van spionage en samenwerking met de
Spanjaarden. Pas na persoonlijk ingrijpen
van Willem van Oranje kwam er een eind
aan zijn gruwelpraktijken. In 1588 werd
hij, na de dood van Willem van Oranje, uit
zijn functie ontslagen. Maar ook zijn op
volgers waren fel gekant tegen het werk
van rooms-katholieke priesters en hun
volgelingen. In hun opdracht waren ver
schillende schuilkerken gesloten en ver
zegeld of gesloopt.
Ondanks alle vervolging en intimidatie
was Cleerbesem niet ontevreden. Zijn ar
beid droeg vrucht en hij mocht nog steeds
duizenden mensen tot zijn kerk rekenen.
Hij zat echter met een levensgroot pro
bleem. Het Heilig Vormsel, een van de ze
ven sacramenten, was al jarenlang niet
toegediend. Zijn parochianen wilden dit
sacrament graag ontvangen in deze roe
rige tijden, het zou hen de kracht moeten
•ut
j.
Lll&l
t
ft
tmded-^h^LTL
UtdU^ll Stl'idfb
3
t -fi-fi e)t