Toen de donkerte kwam.
De lapzakdrager.
36
Blussen en geen cen
ten? Verontwaardigd
schreef een vijftal gele
genheids brandweer
mannen een brief op
poten aan de gemeente
Harenkarspel.
Gelukkig hoefde de grote deur aan de
voorkant van het brandspuithuis niet al te
vaak in aller ijl te worden geopend. Om te
bezien of de brandspuit nog goed werkte,
werden er regelmatig oefeningen gehou
den. In 1921 was de brandspuitslang aan
vernieuwing toe en besloten B. en W. dat
er 20 meter nieuwe slang, voor 2,35 per
meter, mocht worden aangeschaft. Hoe
eenvoudig en dicht bij huis het leven toen
was, bleek onder meer uit het feit dat elk
Het arrestantenlokaal met zijn tralies en
houten brits had een magische aantrek
kingskracht op de jeugd en sprak hen e
norm tot de verbeelding. Marie Duimel-
Stam herinnert zich dat zij als schoolmeis
je ‘takkiesse’ deed om het huisje. Als een
nieuwsgierig Aagie klauterde ze dan op de
stenen richel aan de achterkant van het
huisje en met wat rek- en strekwerk kon
ze met haar handen de tralies pakken en
door het raampje naar binnen gluren. Zou
er iemand op het houten bed liggen?
De brandweer had op papier een strakke
organisatie. Een lijst van personen, beho
rende bij de brandspuit te Dirkshom
dienstjaar 1934 laat het onderstaande sche
ma zien. Bovenaan stonden de brandmees
ters, gevolgd door de monteur. Dan een
heel regiment pompers al naar gelang de
grootte van het te bestrijken gebied waar
de branden konden ontstaan. Vervol
gens de slangenleiders, pijplei-
ders, brand/haakdragers, brand
roepers, de klokluider en de
lapzakdrager. (lapzak: zak voor
het opbergen van kleine gereed
schappen bij de brandweer) Een
ieder had een eigen nummer en
wist exact wat hem bij brand te
doen stond.
In 1932 werd de gemeente door
de Minister van Justitie op haar
vingers getikt, omdat het arres
tantenlokaal in Waarland niet
meer aan de gestelde eisen vol
deed. Burgemeester Nolet liet
het spekhok voor wat het was
en ondernam geen stappen tot
aanpassing. Uit de notulen van
B. en W. van 6 juni 1933: In de
vacature Groen bij de Brand
weer zal Den Raad worden
voorgedragen de Heer Jo Keet
te Waarland. Op 10 augustus
1934 kwamen in de raadsver
gadering de rapporten van de
brandmeesters A. Dekker en J.
Keet resp. over de brand bij
wed. P. Bruin en C. Bruin Dz.
beiden te Waarland ter sprake.
‘Wethouder S.J. de Vries vroeg
üfé'a iVs
Vf.f; f fg^A-./sssf.
voorval of gebeurtenis, hoe klein ook, ter
sprake kwam in de raadsvergaderingen
van de gemeente. De brand bij Simon
Ruiter in de Schaapskuilmeerpolder op 7
maart 1932 leverde binnen de raadsverga
dering van 22 april de nodige (‘brand-’)stof
tot praten. Aanleiding vormde een inge
zonden brief van 5 april van J.C. Mol en
zijn maten.
Tijdens de raadsvergadering werd beslo
ten deze vijf kloeke kerels te belonen met
elk 2 omdat door hun optreden de brand
spuit niet hoefde uit te rukken. En met
dat geld waren ze redelijk uit de brand.
wZ Z/zXX
'ZC'X' 't'
tVx-s't.
-Af A.Vl /‘L.
Atffa-jk. 's-H Vs.
Vt-.y fss VA A'as^Sj
Dsjr.SS’i
M-/sV /sisc i'W ia tr/s- e dX-
ast .Kc V'.t/ss -fff
'O-aSa st-tr r.t-sstg A Hzcz./sss. .s. /si sssfA. A’s .si
i 'Vs. st.
-•’*! ■-ƒ':I V' 1 -X "Ze" j
yXz'
V! At/.i.i.Vs.-sf
AAXS-rASS A.X.V .s/st-A Si-.t -VA
Wa fdV-s't ■-aa..-Va a-'AW
•sfélst /fix) Ki /-s'.
strif -sx. -va .ft
o,a x. V.si a