Mollen- en kikvorschwet. 35 De bouw van het brandspuithuis verliep naar wens. De gemeenteopzichter kwam regelmatig langs om de vorderingen te bekijken. Erg ruim bemeten was het ge bouwtje van zes bij tweeënhalve meter niet, doch ruimschoots voldoende voor één brandspuit en één boef. Aan de achter zijde kwam een raampje met tralies er voor. Na een paar maanden waren de am bachtslieden klaar met de klus en kwam de oude brandspuit van Dirkshom in het gloednieuwe huisje. Achteraan de zijkant bevond zich een deur die toegang gaf tot het arrestantenhok. Een ruimte van twee bij tweeënhalve meter was afgeschermd door middel van een houten schot. Mid- 'Takkiese en opskuil- dertjese Het brand- spuithuisje had een magische aantrekkings kracht op de jeugd. ‘Gewoon broodrant soen ’gaf de gemeente ten antwoord op schrif telijke vragen van de provinciale overheid op 18 november 1920. denin stond een brits met een opgevou wen deken. De toestand van de arrestan tenlokalen werd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland nauwlettend in de ga ten gehouden, getuige een schrijven van 18 november 1920. Daarin werd de ge meente Harenkarspel verzocht op een tien tal vragen antwoord te geven. Op de vraag wat voor voeding aan de arrestanten werd verstrekt, berichtte de gemeente dat de arrestanten gewoon broodrantsoen kregen. In die jaren trad men streng op tegen orde verstoorders. Bij openbare dronkenschap, mishandeling of baldadigheid greep veld wachter J. de Wijze, als hij in de buurt was, de booswicht stevig in de kraag en liet hem in het arrestantenhok tot bedaren komen. Met kermis was er extra toezicht van de hermandad uit omliggende ge meenten. Ook voor overtredingen van de ‘mollen- en kikvorschwet’ of het lopen langs de spoorlijn zonder vergunning werd een procesverbaal opgemaakt. Deze wet uit 1914 verbood: ’mollen of huiden van mollen en kikkers of delen daarvan in bezit te hebben of te koop aan te bieden ten bij onze firma worden gekocht. Tevens bevestigen wij hierbij ons aanbod om geheel zonder verplichtingen uwer zijds een of twee brandspuiten op proef te leve ren. Bij aanmerkingen of iets dergelijks nemen wij de brandspuiten weer mee. In deze brief werd het spuitvermogen van de brandspuiten kolossaal geroemd en dat op alle leveringen 10 jaren garantie zou worden gegeven. De inwoners van Waar land waren maar wat blij dat ook zij ein delijk dichtbij huis een eigen brandspuit zouden krijgen, zodat zij bij brand niet meer afhankelijk waren van de hulp uit Dirkshom en Kerkbuurt. Maar toen de aanschaf van een brandspuit voor Waar land ter sprake kwam, hield de gemeente de hand stevig op de knip en moest Waar land met het afdankertje van Dirkshom genoegen nemen. De duidelijkheid op dit punt liet in het raadsverslag van 1 decem ber 1913 niets te wensen over. ‘In verband met de levering van de nieuwe brandspui ten voor Kerkbuurt en Dirkshom en de overplaatsing van de oude spuit naar 't Waarland, welk een en ander binnenkort kan worden tegemoet gezien, acht Voor zitter het gewenscht een nadere regeling van de brandweer aan de orde te stellen. Voorts werd in diezelfde raadsvergadering voorgesteld, in zijn algemeenheid, voor iedere spuit twee ploegen te doen pompen in plaats van drie. Eveneens werd besloten geen slangleider aan te stellen, maar het toezicht over de slang op te dragen aan twee personen. Als brandmeesters werden Andries Dekker en A. Groen aangesteld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 37