Prijs is prijs.
’n Tweedehansie.
34
Het te bouwen brandspuithuis kwam re
gelmatig aan bod tijdens de raadsvergade
ringen. Uit het verslag van de vergadering
van Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Harenkarspel op 31 oktober 13
werd een bouwplan van de gemeente-
opzichter over het brandspuithuis annex
arrestantenlokaal te Waarland ter tafel
gebracht. Nadat het plan grondig was be
keken en toegelicht, werd het goedge
keurd. De kosten voor de bouw, begroot
door de gemeenteopzichter, waren: tim
merwerk 154.53, metselwerk 132.90,
verfwerk 20.40, smidswerk 11.30,
grondwerk 6.65; totaal: 325.78. Am
bachtslieden schreven maar al te graag in
op deze klus, want ze wisten dat het bij de
Na hun bezoek in Kerkbuurt deelden zij
de gemeente de volgende conclusie mee:
‘Wij hebben de oude brandspuit, staande
te Kerkebuurt, gezien en kunnen voor de
compleete brandspuit met aanjager, slan
gen enz: alles zooals daar aanwezig is
(uitgezonderd de koperen fakkel) 100,
geven als een of meer nieuwe brandspui-
Gebr Van Bergen te
Midwolda, leverancier
van ‘brandbluschmid-
delen en koppelingen
gemeente wel goed zat. Hein van der Eng
schreef in voor 22 voor schilderwerk,
S. Jaspers wilde voor 145 het metsel
werk op zich nemen en P.C. Mooij had
voor timmerwerk, smidswerk en grond
werk 185 op zijn offerte staan. David
van der Gulik kwam uit op een bedrag van
173.35. Omdat de inschrijving van Jas
pers voor het metselwerk de begroting
belangrijk overschreed, kreeg de voorzit
ter de vrijheid om met hem hierover in
onderhandeling te gaan. Het leek wel of
de brand er in zat, want tij dens de verga
dering van 1 december 1913 kon de voor
zitter reeds mededelen dat hij met: Den
metselaar S. Jaspers in onderhandeling te
zijn getreden en van deze te hebben verno
men dat hij vooralsnog niet voor minder
dan de opgegeven som het metselwerk van
het brandspuithuis annex arrestanten
lokaal te Waarland op zich kon nemen.
Jaspers heeft echter bij die gelegenheid de
verzekering gegeven dat, mochten de kos
ten bij de uitvoering van het werk blijken
minder te bedragen dan de som waarvoor
is ingeschreven, als dan niet meer dan de
werkelijke kosten in rekening te zullen
brengen. Met deze voorwaarde kon de
voorzitter zich verenigen en eigenmachtig
verleende hij Simon Jaspers de gunning
voor het metselwerk van het brandspuit
huis. Hein van der Eng kreeg opdracht om
het brandspuithuis te schilderen en David
van der Gulik voerde als laagste inschrij
ver het timmerwerk uit.
Op 16 september 1913 ontving burgemees
ter Burger een schrijven van de Gebr. Van
Bergen van de Stoom-, Koper-, Metaal-
gieterij en Machinefabriek ‘Concordia’, te
Midwolda. Aanleiding tot deze brief was
een verzoek van de Gemeente aan de
Gebr. Van Bergen om prijsopgave van een
tweetal brandspuiten en het bezien van de
oude brandspuit te Kerkbuurt.
gelegen, zoodat Voorzitter aan het terrein
van Bakker de voorkeur geeft. Met alge-
meene stemmen wordt besloten den Raad
voor te stellen te besluiten tot aankoop
van ongeveer 85 m2 van Bakker. Aldus
geschiedde. Timmerman Arie Bakker
woonde aan de Veluweweg in een klein
huisje tegenover het café De Posthoorn,
(nu fam. Stoop) In de schuur van het oude
huis van Piet Meester sr., welke recht ach
ter zijn huis stond, had Arie zijn werk
plaats. Het terrein dat voorzitter Burger
‘zoo gunstig gelegen achtte' bevond zich
naast de woning van, nu familie Verbree,
Veluweweg 8. Het nieuw te bouwen
brandspuithuis zou naast een smal slootje
komen te staan. Maar eerst zou nog de
inschrijving plaatsvinden.