INGEZONDEN.
Met de nodige zwarte humor.
28
Raad een brief waarin hij eiste dat Zut
openlijk zijn excuses zou maken en zijn
kwetsende woorden zou terugnemen. Zut
was dat bepaald niet van plan. Slechts de
notulen werden aangepast: ‘onbeschoft’
werd gewijzigd in ‘ongepast’. Laan liet
het er echter niet bij zitten. In de krant van
14 maart 1907 plaatste hij een open brief
met een oproep aan Zut om zijn uitspraak
met bewijs te staven.
Door deze affaire ontstond weer een vaca
ture aan de school van meester Dirk Pieter
Plaatsman. Tot zijn verdriet was de goede
naam van zijn school in diskrediet ge
bracht, versterkt door de gedurige wisse
ling van personeel. Jonge leerkrachten ver
trokken zo snel mogelijk naar een betere
standplaats. Meestal was het salaris beter,
en daarbij wilden zij ‘niet in een afgelegen
polder blijven wonen’. Plaatsman kwam
zelf ook voor deze keuze te staan. Zijn
dochter Grietje, ook wel Greta genoemd,
die als onderwijzeres in het Overijsselse
Losser voor de klas stond, solliciteerde in
1908 naar de vacante functie in Kerk
buurt. Zij zou dan weer bij haar vader
kunnen wonen, zo was de achterliggende
gedachte. Tot verbazing en verrassing van
vader en dochter ging de voorkeur van de
raad met vier stemmen naar Hillegonda
Meyns uit Raalte. Grietje Plaatsman
kwam één stem tekort en solliciteerde ver
volgens met succes in Apeldoorn.
waarheid bevatte Verder vonden zij het
een goede zaak dat hij de kat de bel had
aangebonden en hoopten op verbetering.
Tot slot stelden zij dat zij niet als directe
doch als indirecte klachtaanbrengers op
traden. Zij waren blijkbaar toch bevreesd
om partij in deze kwestie te worden.
Jacob Swan, vergezeld door een wethou
der, toog naar Waarland om de zaak tot op
de bodem uit te zoeken. Ze ondervroegen
de kinderen en achtten geen termen aan
wezig om Laan te berispen. Zij benadruk
ten in de raad dat het onderzoek onver
wachts en onpartijdig was geweest. Het
resultaat was dat kon worden vastgesteld
dat meester Laan wel eens vloekte in de
klas. Voorzitter Swan stelde dat 'Iedereen
laat wel eens een hard woord vallen. De
woorden van meester Laan waren onge
past. Het zou niet meer gebeuren. Toen
echter een paar dagen later uitkwam, dat
Laan daags voor het onderzoek aan alle
kinderen uit zijn klas een griffel had ge
geven, kwam het onderzoek van B en W
weer in een geheel ander daglicht te staan.
Hoofdonderwijzer Plaatsman gaf zijn
hulponderwijzer het dringend advies de
eer aan zichzelf te houden. Nog geen
maand later bood Laan zijn ontslag aan en
vertrok naar de 2e Burgerschool te Hoorn.
Open Brief
Zut wenste in de raadsvergadering geen
namen van klagende ouders te noemen,
doch bleef bij zijn eerdere uitspraken. Zijn
mening werd onderschreven door een
adres aan de Raad van D. Doodeman en
tien anderen uit Waarland. Deze ouders
hadden hun kinderen ondervraagd en wa
ren tot de conclusie gekomen dat ’hetgeen
Willem Zut had gezegd geenszins laster
genoemd mocht worden, doch volkomen
De wethouder reageerde op 17 maart met
het volgende bericht: 'Mijnheer de Re
dacteur. Ondergetekende wenscht in geen
geval op het verzoek van de heer Laan,
onderwijzer te Waarland, Harenkarspel,
buiten de raad over de zaak in kwestie te
debatteren. Dit punt zal in een volgende
Raadsvergadering wel verder behandeld
worden. W. Zut, lid van de Raad Ha
renkarspel
Schager Courant, don
derdag 14 maart 1907.
aan don heer W. Zut, raadslid der gemeente
Harenkarspel, te Waarland.
Het is onderget. gebleken, volgens’t raads-
verslag van de gemeente Harenkarspel van
den 6en Maart j.l. en voorkomende in de
„Schager Courant” van den 7en Maart d. a. v.,
dat de heer W. Zut het woord onbeschoft
gebezigd heeft ten opzichte van zijn optreden
in de school tegenover zyn leerlingen;
dat de heer Zut nog steeds geen ouders
genoemd heeft, die zich by hem beklaagd
hadden over onderget.
dat de heer Zut, gehoord don eisch van
onderget., zyn woorden niet in wilde trekken;
weshalve hy nu eischt, dat de heer Zut,
buiten don raad, dus niet gedekt door zyn
lidmaatschap van den raad, die woorden in
't openbaar herhaalt in het eerstvolgend
no. dezer courant, opdat men een aanklacht
tegen hem zal kunnen indienen wegens laster.
’t Welk doende,
M. LAAN, ondorwyzcr,
Harenkarspel.