4| De koppies stonden te schudden. Met de noorderzon. 16 Voor 4.200 bouwden timmerman Rikus de Vries en metselaar Piet Dekker een huis aan de Slootgaardweg. De vee- stalling is later ge bouwd. De foto is ge maakt in 1948. Klaas Nolten kocht 2.5 bunder land in de Sloeierd en wilde daar een huis laten zetten. Om zich te oriënteren ging hij sa men met zijn vrouw Jantje wat rond kijken. Op Kalverdijk zagen ze een ge schikte woning. Voor f 4.200 bouwden timmerman Rikus de Vries en metselaar Piet Dekker een huis naar de zin van Klaas en Jantje. Het had een gebroken kap, was 7 bij 16 meter en bestond uit twee gedeelten: vóór de woning en achter de dars. De dars had aan weerszijden een houten lambrizering en werd in de herfst en winter gebruikt voor koolberging. Jantje het brugwachtershuis nog eens, want ze wilde dat de weduwe Swager in een schoon huis kwam. Zij was per 1 mei de nieuwe brugwachtster in de Speketer. Het leven van Niek verliep zoals bij veel mensen uit die tijd: rustig, arbeidzaam en geen spectaculaire gebeurtenissen. De af braak van de Speketersmolen, de bouw van het gemaal begin 1930 en verschil lende branden zijn hem echter wél bij gebleven. Volgens Niek zou men de omgeving van de Sloeierd in de jarig dertig ook wel ‘brandpolder’ kunnen noemen. Bekend is de brand van een boerderij achterin de Sloeierd. Die oude stolp van Klaas Drost was verkocht aan Jan Meester en hij deed niets om het verval tegen te gaan. Geen raam en geen deur sloot meer, het dak was slecht en de wind had er vrij spel. niet meer te redden en ook het riet in de boet vatte al vlam. Intussen was er meer hulp gekomen. Ze hakten een bijt in het ijs en na ruim een half uur was de brand geblust. Een groot gedeelte van de op geslagen kool bleef gespaard. Gelukkig, want in die winter waren de prijzen goed. Eind april 1928 was de verhuizing naar, nu Slootgaardweg 37. Al het huisraad werd op twee platte wagens geladen en daarna ging het ‘paardevoets’ over de hobbelige grindweg naar de nieuwe wo ning. De volgende dag schrobde moeder ‘In het voorjaar van 1928 had mijn vader zijn baan als brugwachter opgezegd en we verhuisden naar de Sloeierd', gaat Niek verder. ‘Het bestuur van de Speketerspolder wilde een betrouwbare en betere water huishouding. Alhoewel het te bouwen elektrische gemaal minder capaciteit had dan de binnenkruier van de Spek eter werd toch besloten de molen te slopen. Een gemaal kan immers ook malen als er geen wind is. Op die bewuste dag stond het wieken- kruis van de molen op het noorden. Eerst haalden ze de roeden eraf. Met een dommekracht werd de gietijzeren as van 4 ton over de kop gedraaid. De as kwam met zo 'n klap omlaag dat de ‘koppies’ stonden te schudden op de tafel van buur Ruiter. Na enkele weken was het karwei klaar Alles werd af gevoerd en men begon met de bouw van het gemaal. Bij de eerste steenlegging waren o.a. aanwezig: Hein Houtman, Jan Spaans en Jan Wartenhorst. Op 12 juni 1930 stond het gemaal er. Het was precies op tijd, want het begon toen toch te regenen. Alle sloten liepen over en de meeuwen zwommen op het land. Het nieuwe gemaal heeft 36 uur achter een gedraaid. Aldus Cor Rentenaar, toenmalig mole naar van de Speketer.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 18