‘Brand in je boet!’
Geen steentjes in het gras.
15
Tot 1 november 1919 behoorde het gezin
van Klaas en Jantje Nolten tot de parochie
van de H. Jacobus de Meerdere in Tuitjen-
hom. In deze kerk zijn alle kinderen
gedoopt en hebben de vier oudsten hun
eerste H. Communie gedaan. Waarland
werd een zelfstandige parochie en in 1922
is de kerk in gebruik genomen. Neeltje en
Niek deden daar hun eerste H. Communie.
Qua afstand maakte het niet zoveel uit tot
welke parochie het gezin behoorde, in
beide gevallen was het ruim drie kwartier
lopen. Ze gingen elke zondag naar de H.
Mis en in de vastentijd ook nog naar het
Lof. Het kerkbezoek werd niet overgesla
gen, ook al kostte het soms wat moeite
want ook op zondag moest de brug im
mers worden bediend.
De broers van Niek waren ouder en zij
bemoeiden zich niet zoveel met hem. Ook
waren er geen jongens van zijn leeftijd op
de buurt. Hij moest zichzelf zien te ver
maken. Er was altijd wel wat in de schuur
te vinden, waarmee Niek kon rommelen
en knutselen. Van een klomp maakte hij
een bootje. Ook de proppenschieter van
een ‘vlareboomtak’ was voor hem een
geliefd stuk speelgoed en van een lange
stok fabriceerde hij een hengel en een
krom gebogen speld diende als haak. Niek
In die tijd was het schooljaar van 1 mei tot
en met april. Niek Nolten, geboren in juli,
was een late leerling. Met ruim veertig
leerlingen in één lokaal kon hij zich moei
lijk concentreren. De hoofdonderwijzers
Smeets en Renaud hadden de wind er
goed onder en daarom ging het tot en met
de vierde klas redelijk goed met Niek.
Toen kwam meester Van der Holst. Vanaf
die tijd werden Nieks cijfers een stuk
lager en bleef hij zitten. De vijfde klas
heeft hij opnieuw gedaan. Het was niet
leuk, maar als pleister op de wonde kreeg
hij een oude fiets van zijn vader en hoefde
hij dat hele eind niet meer te lopen. In de
zesde klas geloofde Niek het wel, in plaats
van naar school ging hij meestal te werk.
Meester Van der Holst meldde dit verzuim
van Niek bij de gemeente met als resultaat
dat zijn vader voor de kantonrechter te
Schagen moest verschijnen. Vader Klaas
kreeg een boete van f 6.
Niek weet zich te herinneren, dat hij met
Jo Groen op een koude dag in de winter
van ’27-’28 in de koolboet bezig was
met het omleggen van rode kool. De boet
stond aan de ringsloot van de Speketer en
als verlichting gebruikten ze een peter-
olielamp, die ook nog wat warmte gaf.
Om twaalf uur gingen ze naar huis om te
eten en Niek hing de brandende lamp in
de aangrenzende poterbewaarplaats, maar
had deze niet goed vastgemaakt. Ze zaten
nauwelijks aan de warme prak toen een
buur schreeuwde: ‘Brand in je boet! Jo en
Niek stoven erop af. De poterruimte was
De eerste baas van Niek Nolten was Jo
Groen uit de Sloeierd, die woonde met
zijn vrouw Neeltje Muileboom en hun
kinderen, Hannie, Annie en Wichert, in
een huis van de Woningbouwvereniging,
nu: Slootgaardweg 32.
Het waren lange werkdagen. In de zomer
kwam het voor dat Niek bijna zestig uur
per week werkte: zes dagen van ’s mor
gens zes tot ’s avonds zes met een mid
dagpauze van één uur en twee schafttijden
van een half uur. Hij verdiende f 3.50 per
week en gaf dit af aan zijn moeder.
WEERBERICHT.
sprong graag over slootjes. Als hij zich
verveelde gooide hij steentjes over de
ringsloot, daar was vader helemaal niet
blij mee want stenen in het gras waren
lastig met het maaien.
Toen hij een jaar of elf was mocht hij na
schooltijd bij zijn vrienden in Waarland
blijven spelen, maar hij moest wel voor
donker thuis zijn. Zijn kameraden waren:
Jan Stoop van de kruidenierswinkel, Niek
Broersen van de molen en Jan Bos, die bij
de spoorbrug in de Smeugel woonde. Ze
fietsten en hingen wat rond. In het voor
jaar zochten ze kievits- en eendeneieren
en in de augustus plukten ze bramen.
De weervoorspelling
van 20 december 1927.
Hoogste barom^tand 771.8 te Skagen.
laagste b&rotn.stand 755.9 tc Scilly.
Verwachting: Matige tot zwakke. Oostc-
lijke wind, nevelig, tot licht bewolkt, wei
nig of geen sneeuw, strenge tot matige vorst
des nachts, overdag matige lot lichte vorst.