ZO GING DAT IN DIE TIJD (II). Piet Kleverlaan Het was niet leuk, maar 14 I In de vorige uitgave van Toendertoid vertelde Niek Nolten over zijn vader en moe der. Tot 1928 was vader Klaas los arbeider, brugwachter en visser. Moeder Jantje Groen had de zorg voor het gezin en hielp haar man als het nodig was. Bijna zeven tien jaar heeft het gezin bij de Speketersbrug gewoond. De relatie met de Banne van Harenkarpel, eigenaar van de brug, verliep vaak stroef. Klaas had een hekel aan de ambtenarij die het baantje met zich mee bracht. Toen hij de kans kreeg zelfstandig tuinder te worden, greep hij die met beide handen aan. In deze aflevering vertelt Niek o.a. over zijn jeugd, het werk bij diverse bazen, het eigen tuindersbedrijf en sluit af met de verkaveling van de Slootgaard. Een familiefoto uit 1921. V.l.n.r boven: Jansje, Piet, Arie, Jan. Onder: Neeltje, moeder Jantje, vader Klaas, Niek. van de Speketer, over de brug bij het Roodpannenhuis en langs de boerderij van Bruin over de Waarlandsweg naar de school aan de Kerkweg. Ook gingen ze weleens via de weg tot de wup van Ceesie Bakker, de Slootgaardweg in en via het ‘peerdepadje’ van de Waarlandsweg naar school. Hier lag grof grind en daarom waren vader en moeder niet zo blij met deze route: de klompen sleten te snel. Met klompen werd zuinig omgegaan: een ijzerdraadje om een gebroken kap en ijzeren pennen onder de zolen om het slij ten tegen te gaan. Een klomp die nog niet geheel was afgesleten, werd zorgvuldig bewaard in de hoop dat deze later met een andere hele klomp een nieuw paar kon vormen. Was die klomp te groot, dan trok men twee kousen aan dat been. Ze liepen op met de ‘joós’ van Klaas Drost. Deze woonden in een oude boer derij, die aan de ringsloot achterin de Sloeierd stond. Ze kwamen oorspronke lijk uit Gelderland. Hun ouders moesten hard werken om rond te komen. Op zekere dag werden er sintels van de spoor wegen gebracht op het pad tussen de Waarlandsweg en de boerderij van Piet Bakker en Neeltje Portegijs. De vrouw van Klaas Drost merkte dat er nog brand bare steenkooltjes tussen zaten. Met haar neus er vlak boven heeft ze het hele pad doorzocht en deed die kooltjes in papieren zakken. Terug uit school moesten haar kinderen en Niek Nolten de opbrengst mee naar huis nemen. Het gezin van Klaas en Jantje Nolten telde zes kinderen. Hun oudste dochter Jansje was van 1907. De drie daaropvolgende jaren kwam er een kind bij: Jan, Piet en Arie. In 1912 werd Neeltje geboren en op 21 juli 1914 Niek. Van zijn zesde tot zijn elfde legde Niek de weg naar school lopend af, meestal liep hij samen met zijn zus Neeltje. Via een landpad voorbij de molen, langs de kaai Niek Nolten vertelt: ‘Tot de vijfde klas was het leuk op school, daarna niet meer. Op school had ik wat vriendjes, maar thuis vermaakte ik mijzelf. Toen ik van school af ging, kon ik direct naar mijn eerste baas Jo Groen. "''T 6 it1' .V

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 16