De nasleep. 9 De schuilkerk in Zijdewind werd tot de grond toe afgebroken. Om het nieuwe geloof tot wasdom te kunnen brengen werd in 1652 begonnen met de bouw van een hervormde kerk. (In onze tijd nog gekend als ‘koeienkerk’) De wakkere Zij- dewinders bleven voor het overgrote deel De in 1652 gebouwde kerk in Zijdewind, getekend door Cornel is Pronk in 1729. Hij vertrok naar Amsterdam waar hij op hoge leeftijd op 13 november 1661 over leed. De twee kerkmeester, Willem Al berts/. en Pieter Comelis Dissel, moesten beide 1.200 betalen, evenals Theunis Pie- tersz., de man die De la Torre vanaf Alk maar had opgehaald. Comelis Jansz Ven- niker, de kerkmeester uit Winkel, kreeg een boete van 600. De pastoors uit de omgeving, Jacobus Merius uit de Zuider- meer, Petrus Praeterus van Hoogwoud en Franciscus van der Brugge uit Egmond kwamen er met een boete van 200 af. Ook het dorp Zijdewind kreeg een forse boete te betalen, waardoor hele gezinnen tot bittere armoede vervielen. Het heeft jaren geduurd voordat het dorp deze grote financiële aderlating te boven kwam. Herman Hartman van der Woude kwam uiteindelijk als overwinnaar uit deze kwes tie te voorschijn. Zijn optreden had echter veel kwaad bloed gezet en zijn ver trouwen was bij de bevolking tot het nulpunt gedaald. Mogelijk is het voor hem aanleiding geweest om uiteindelijk met zijn gezin in 1676 naar West-Indië te vertrekken. Tijdens de heenreis kwam hij echter te overlijden. De opvliegende en autoritaire Schout, Herman Hartman van der Woude en zijn Rakkers vertrokken met de staart tussen de benen uit Zijdewind. Hij was er niet bepaald de persoon naar om deze sma delijke afgang op zich te laten zitten. De onder dwang gedane toezeggingen zou hij zeker niet nakomen. Thuisgekomen maak te hij onmiddellijk een verslag op van dit voor hem zo stuitend verlopen gebeuren. Direct hierna riep hij de burgemeesters, Hendrick Klaesz Schoenmaker en Cor nells Dircksz Kistemaker, bijeen. De man nen konden er kort over zijn: de papisten waren te ver gegaan. Tot in de hoogste instanties zouden ze deze kwestie aan hangig maken en ze zouden alle, maar dan ook alle, overtredingen van de plakkaten aan de orde stellen bij de Staten van Hol land en West-Friesland. Uiteindelijk zou den zij het recht aan hun zijde vinden. Het proces tegen de Zijdewinders werd meerdere keren voor het Hof gevoerd. In oktober 1650 werd er uiteindelijk defini tief vonnis gewezen. Pastoor Cleerbesem was in een eerder vonnis al voor eeuwig verbannen uit Hol land en West-Friesland. Hij had daar bovenop een boete van 1.400 gekregen. ‘Dou schelm, waerom hebt ge stouse (politie) hier gebracht, dou machtse den Officier doot brenghen tot Nieudorp, maer niet levendigh. I

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 11