Tot slot.
Joop Zutt.
‘Mijn herinneringen’ was de titel van het
levensverhaal van Moeder Aafje Hooge
boom-Meester. Herinneringen, die spon
taan bij haar opkwamen en voor de vuist
weg werden opgeschreven. Een verhaal
waarin staat dat ze veel armoede heeft
meegemaakt. Daarom was geld voor haar
belangrijk. Niet om geld te hébben, maar
om het voor haar gezin uit te kunnen
geven. Aan tafel werd er echter nooit over
‘Hoogkarspel, 4 Juli 1979. Op verzoek
van mijn zoon Piet zal ik nu wat herinne
ringen schrijven uit mijn leven in dit
mooie schrift, dat ik van hem daarvoor
heb gekregen. Ik ben al haast 86 jaar, dus
er zullen misschien wel eens kromme let
ters tussen zitten, maar ik hoop dat het
toch leesbaar zal zijn.Met deze woorden
opende Aafje Hoogeboom-Meester de
beschrijving van haar leven en haar gezin.
In acht maanden zette zij haar lotgevallen
in een schools, doch kloek en krachtig,
handschrift op papier. Nauwelijks zonder
doorhaling, kort en bondig, zonder enig
opsmuk in nuchter puur Westfries schreef
zij 148 bladzijden vol in het ‘mooie
schrift’. Wij prijzen ons gelukkig, dat de
familie Hoogeboom ons toestemming gaf,
om haar herinneringen in Toendertoid te
mogen publiceren. Wij, maar bovenal
onze lezers, zijn daar bijzonder dankbaar
voor. Uit talloze reacties van onze lezers
blijkt hoe haar verhalen mensen boeien.
Hoe de manier, waarop zij haar leven
heeft beschreven, bij onze lezers zoveel
herkenning en herinneringen teweeg
brachten. Onnodig maakte zij zich zorgen
over ‘kromme letters’ en de leesbaarheid
van haar herinneringen. Elke nieuwe afle
vering van Toendertoid was ‘Uit het dag
boek van een negentienjarige Westfriese
vrouw’ letterlijk en figuurlijk het eerste
dat gelezen werd.
In deze laatste korte aflevering besluit zij
haar herinneringen. In 1990 is zij op
97-jarige leeftijd in het Bejaardenhuis te
Hoogkarspel overleden. De familie Hoo
geboom sluit dit unieke levensverhaal af
met enkele herinneringen aan de vrouw
die hun Moeder was.
geld gesproken. Maar voor een groot ge
zin was er veel nodig. Haar gezin was niet
armoedig. Een gevoel van armoede heb
ben haar kinderen nooit ervaren. Schulden
maken deed ze niet. Kon ze iets niet beta
len, dan kocht ze het niet. Ze was trots op
haar man en kinderen en straalde dit ook
uit. Ze erkende wel haar meerdere, maar
voelde zich nooit de mindere. Bij nie
mand, en dit gaf ze door aan haar kinde
ren. Hoogmoedig? Integendeel. ‘Hoog
moed komt voor de val’, zei ze vaak. Zij
was de spil waar het gezin om draaide.
Met een zekere discipline, echter zonder
‘dwang of moeten’, was Moeders wil wet,
wat wel eens niet altijd in dankbaarheid
werd afgenomen. Er heerste in het gezin
een goede geest met
elkaar. Rare woor
den, vloeken of ge
schreeuw, dubbezin-
nigheden kwamen
niet voor. De kleren
voor de kinderen
maakte ze zelf. Zit
tend achter de naai
machine zong ze al
lemaal liedjes van
vroeger, welke ze na
haar ‘herinneringen’
heeft opgeschreven.
Een heel schrift vol.
Ze was opgewekt
van aard, gezegend
met een goede ge
zondheid en een hel
der verstand. Ze kon
met iedereen om
gaan, onverschillig
wie of wat ze wa
ren, want schroom kende ze niet. Later, in
het Bejaardenhuis, als er een woordje
moest worden gesproken, werd zij daar
voor gevraagd. Niet dat zij zich op de
voorgrond drong. Geen sprake van, veel
eer: ‘Ga maar naar Moeder Hoogeboom,
die doet het wel.’ En dan deed zij haar
zegje: eenvoudig, recht uit het hart, maar
ook zonder een blad voor de mond te
nemen. Tot op hoge leeftijd konden mede
bewoners bij haar terecht om een jurk te
verkorten of te verlengen. Had iemand
een touwtje of punaise nodig: zij had het
wel.
Zo zijn slechts enkele herinneringen aan
een vrouw die onze Moeder was.
Afie Hoogeboom-Meester.
3