Een klap van jewelste. Een meer dan groot gezin. 38 Lou en Anne kregen een groot gezin. V.l.n.r boven: Gerard, Jopie, Annie, Lon en Annie, André, Tiny, Afra, onder: Gré, Jan, Marian, Gerda, Mariska, Lia, Peter, Gittie, Louis, Elly. Het had er alle schijn van dat bakker Lou een vooruitziende blik had, toen hij zijn huis extra ruim liet bouwen. Of misschien had hij goed om zich heen gekeken naar andere gezinnen en gezien hoe talrijk hun kinderschaar was. Hij moet hebben ge dacht: ‘We bouwen een groot huis wantje weet maar nooit’. In de loop der jaren werden binnen de schoot der huiselijke kring nog 15 kin deren geboren. Elf meisjes en vier jon gens. Hun dochtertje Elly overleed tijdens Na ruim een jaar getrouwd te zijn, werd op 30 juli 1936 hun eerste dochter, Annie, geboren. Het was een zeer zware beval ling en het leven van de jonge moeder hing aan een zijden draadje. Maar Annie was een vinnig vrouwtje en krabbelde er gelukkig bovenop. In 1938 schonk Annie het leven aan André, hun eerste stamhou der. Gelijk de goede warme bakkers stond Lou om vijf uur op en van vrijdag op zaterdag om middernacht. Dan werd de oven met briketten opgestookt en gingen zijn handen uit de mouwen voor het zwa re kneedwerk aan het brooddeeg. (De blauwe mengmachine die voor het deeg werd gebruikt, staat nu te pronk in het Bakkerijmuseum in Medemblik). Uit er varing bij bakker Rood wist Lou precies hoeveel broden hij moest bakken en hoeveel tijd dat in beslag nam. Hij was nog maar kort getrouwd toen de eerste oven uit elkaar knalde. De brokstukken vlogen Lou en Piet om de oren. Een grote strop voor een beginnende bakker. Het puin van de kapotte oven werd voor het huis gestort en van armoe moest er een nieuwe oven worden besteld. Lou Groen zag er uit als een échte bakker die wel model had kunnen staan voor een bakker uit een plaatjesprentenboek. Boven een rond goedlachs gezicht torende een grote witte bakkersmuts. Als hij lachte, hoorde je een bulderende lach en keek je regel recht in zijn keelgat. Naar zijn klanten toe was hij een joviale en gezellige man, maar hij kon ook heel driftig zijn als iets hem niet aanstond. Met name als het op straf fen aankwam zaten zijn handen snel los. Lou had best wel lef om voor zichzelf te beginnen, want in Waarland zaten al bakker Busker en bakker Beemsterboer. De verstandhouding met bakker Beem sterboer was er een van ouwe jongens krentenbrood. Voordat Lou Groen zich als zelfstandig ondernemer vestigde, was hij ook knecht bij Beemsterboer geweest. Later regelden ze hun vakantie spreiding. Het contact met bakker Busker daaren tegen verliep was stroever, ongetwijfeld zal broodnijd daarvan letterlijk wel de reden zijn geweest. rijt

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 40