BROOD MET KORSTJES. Jeanet Stroet De benjamin van het gezin. Op vrijersvoeten. Wie herinnert zich niet die warme zomerse zondagen van vroeger toen de zondagsrust nog in ere werd gehouden en men de tijd loom verpoosde op het grasveldje bij huis of met een ritje op de fiets van het ene naar het andere dorp? Koeterdekoet reed men dan van het ene dorp naar het andere, onderwijl genietend van het zonnetje en de mooie omgeving. De oudere kinderen fietsten slingerend en druk met elkaar pratend voorop. Het kleintje in het zitje voorop de fiets bij vader knikkebolde. En wat was er dan heerlijker als je even verder een ijswagen langs de kant van de weg zag staan. Zo’n heerlijk ijsje proefde je al voordat je er aan had gelikt. Het heldere geklingel van de bel, als signaal dat de ijswagen in aantocht is, hoort men niet meer, want met het heengaan van bakker Lou Groen werd de smaak van zijn zelfgemaakt schepijs een zoete herinnering. Een portret van bakker Lou Groen en zijn gezin. Na een gepaste ver- keringstijd werd de trouwdatum vastgesteld. Op nieuwjaarsdag 1910 schonk Antje Groot, echtgenote van Aris Groen, het leven aan haar negende kind dat bij het H. Doopsel de naam Lourentius ontving. Vader Aris was tuinder van beroep en woonde met zijn gezin aan de Veluweweg (nu: nr. 41). Het huis waarin zij woonden was een voudig doch proper en gelijkvormig aan de overige tuinderswoningen in het dorp. Aris verbouwde aardappels, wortelen, zil veruitjes en kool. En net zoals de andere tuinderskinderen moest ook Lou van jongs af aan meehelpen op de bouw. Aris was een strenge vader die zijn kinderen vooral voorhield dat zij hun handen goed leerden gebruiken. Het was hard werken geblazen in die tijd en elke helpende hand was bittere noodzaak. Bij bakker Rood had Lou het prima naar de zin. Als jonge knecht leerde hij daar alle kneepjes van het bakkersvak. Voor 5 in de week verstouwde Lou veel werk voor zijn baas. Even op zijn lauweren rusten was er niet bijmaar dat was hij van huis uit ook niet gewoon. Als hij te venten ging vulde hij de mand, die aan zijn bak- Lou groeide op tot een goedlachse vro lijke jonge vent. Hij voelde er weinig voor om ook in de tuinderij te werken. Op school was hij een van de besten en zag zich als toekomstig onderwijzer al hele maal voor een klas staan. Maar geld voor de opleiding tot onderwijzer ontbrak en vader Aris vond dat Lou maar een ander baantje moest zoeken. Een betrekking die geen geld kostte maar geld opleverde. Dus raakte Lou aan het werk bij bakker Cor Rood aan de Middenweg in Heerhugo- waard, dat was tenminste een degelijke baan waarmee Lou echt brood op de plank verdiende. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 38