’t Heenebosch. Jaap Bakker. vanuit het gebied van het Geestmeram- bacht, grote bezwaren. Dat leidde er uit eindelijk toe dat de afdamming pas in 1823 werd uitgevoerd: aan de oostkant nabij Nolten en aan de westzijde een hon derdtal meters voor de boerderij ’t Hol’. De kade langs deze sloot had daarom geen waterkerende functie meer en kon worden geslecht. De sloot zelf, die voor het noor delijke gedeelte op naam van de Sloot gaard stond, werd bij de Waarlandspolder gevoegd. Nabij de Oostkade 29 is in de ringvaart de toegang tot de ‘oude ringsloot’ nog steeds zichtbaar. hij in die jaren tevens de functie vervulde van administrateur van het poldertje. De meeste ingelanden woonden aan de Oostkade. In een kleine stolp aan de Oostkade 21 woonde omstreeks 1915 Willem Bakker en Maartje Frederiks met hun zoon Jaap en de kinderen uit het eerste huwelijk van Maartje met Jan Zul. V.l.n.r.: Geertje (de Waard) Zut, Maartje Frederiks. Willem Bakker, Jaap Bakker. Aagt (Klaver) Zut, en Riek (Groen) Zut. Het water aan de oostzijde van Waarland is door Johannes Dou ingetekend als ‘Boomerwael’, nu spreken we over de Boomervaart. Aan een zijtak van deze vaart, tussen de Waarlandspolder en ’t Heenebosch, is ooit de naam van ‘Zwa- nenbloem’ gegeven. Het poldertje lag vroeger ingeklemd tussen de ringvaart van de polder Heer- hugowaard, de ringsloot van de Niedor- perkogge en die van de Waarlandspolder. Hoewel het poldertje niet gereglemen teerd was, had het tot 1970 wel een eigen bestuur en werd het land lange tijd be malen door een Amerikaans windmol en tje. Uit een krantenbericht van 1951 weten we dat Joop Veldman, een zoon van Dirk Veldman en Afra Koemeester, in dat jaar werd aangesteld als watermolenaar en dat Op een kaart van landmeter Johannes Dou, uitgegeven in 1745 door ’t Hoogh-Heem- raetschap van de Uytwaterende Sluysen in Kennemerlant ende West-Frieslant, ligt aan het meest oostelijke deel van de Waar landspolder een klein eilandje. Dit drie hoekig stukje land, met een oppervlakte van ruim zeveneneenhalf bunder, heeft op deze oude landkaart de naam van ’t Hee nebosch’. Tegenwoordig is het bekend on der de naam ‘De Boomerpolder’, Het is een gaaf stukje oud land, met weilandjes, rietkragen en slootjes. De bodem bestaat uit ingeklonken klei en is slecht doorla tend. Oude zeegeulen daartussen zijn op gevuld met zand, die nu nog als ruggen boven het ingeklonken land uitsteken. Het vormt een schitterend natuurgebied. Eens per jaar werd er door het bestuur van de Boomerwaal een vergadering belegd. De ingelanden kwamen dan bijeen in het café ’De Tijd’ van Herman Wolfswinkel aan de Laanderweg te Heerhugowaard-De Noord. Zelden of nooit waren er belang rijke agendapunten te behandelen. Als er eens een lening moest worden afgesloten, was een van de ingelanden meestentijds bereid daaraan medewerking te verlenen. De laatste voorzitter was Arie Doodeman, een zoon van kerkmeester Dirk Doo deman, en Jaap Bakker vervulde tot de opheffing van het poldertje de functie van secretaris-penningmeester. De notulen werden door hem met potlood in een schoolschrift geschreven. De gebroeders Dirk en André Doodeman bedienden de laatste jaren van de Boo merpolder het Amerikaanse windmolentje en deden ook het noodzakelijke onder houd. Tijdens een vergadering bij Heiman Wolfs winkel, in december 1967, moest er een lening van 1.000 worden afgesloten. Voorzitter Doodeman wilde deze ‘rooie rug’ wel beschikbaar stellen tegen een rente van 5.5% per jaar. De vergadering kon zich daar wel in vinden en een dag later kon er een onderhandse akte van lening worden opgemaakt. 31 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2001 | | pagina 33