.4'
-
0
:;HeTLIGSCHRIF T
Twee vliegen in één klap.
8
a*"
Arie Agenant kreeg op 1
mei 1895 zijn getuig
schrift van 'trouw
schoolbezoek, betoonde
vlijt en goed gedrag
uitgereikt.
Het onderwijs in naaien en brei
en voor hunne kinderen.
In die periode (1890-1900) staken ook de
eerste huisvestingsproblemen de kop op.
De schoolopziener maakte in 1887 in een
De heren hadden de bui echter al zien
hangen en waren besloten, na overleg met
de eegaa’s, aan dit fraaie plan niet mee te
werken. Een samenwerking voor de klas
zou hen maar belemmeren in de vrijheid
van lesgeven en onnodige problemen in
‘den particulieren sfeer veroorzaken. Het
resultaat van deze actie was, dat er niks
gebeurde. Toch was Plaatsman niet ge
lukkig met deze situatie. De kinderen had
den RECHT op les in het vak nuttig
handwerken. Dat de schoolopziener naar
deze noodoplossing zocht, had naar zijn
overtuiging te maken met de houding van
de gemeente Haringcarspel. Op de begro
ting was geen geld opgenomen voor een
onderwijzeres. Het begrip parttimebaan
was in die jaren nog onbekend, maar een
aanstelling van één onderwijzeres voor de
drie scholen in Haringcarspel? Zou dat
een oplossing zijn? Hij sprak er over met
de ouders. Die waren allemaal vóór deze
vorm van onderwijs. De praktijk tot nu toe
was, dat een meisje op dit gebied alles
moest leren van haar moeder of van de
goedwillendheid van een handige eerste
‘werkgeefster’. Wat zou het een verbete
ring betekenen wanneer zij op school de
eerste beginselen leerde.
In samenspraak met de ouders schreef
Plaatsman in april 1885 de volgende brief
aan het gemeentebestuur: ‘Edelachtbare
Heeren, De ondergeteekenden, allen ou-
ders van schoolgaande meisjes te Waar
land in deze gemeente, geven met veront
schuldigden eerbied te kennen, dat zij zeer
gaarne zouden zien dat er vanwege de
gemeente voorzien werd in het onderwijs
in naaien en breien voor hunne kinderen,
weshalve zij hierbij beleefd doch dringend
verzoeken, dat ook aan de school te
Waarland, evenals aan de andere scholen
in de gemeente, onderwijs worde gegeven
in de nuttige handwerken voor meisjes.
’t Welk doende, van U, Edelachtbare Hee
ren, De gewillige dienaren. In een bijlage
geeft Plaatsman een 'toelichting van ne
vens gaand adres. Op de school te Waar
land zijn thans 48 meisjes. Daarvan zijn
16 protestanten, 5 Roomsch Catholieken
uit de parochieën N. Scharwoude, Tuitjen-
horn, 27 Roomsch Catholieken uit de pa
rochie ’t Veld. Van deze laatste 27 bezoekt
één de Naai- en Breischool in ’t Veld. De
handteekeningen op 1 adres vertegen
woordigen 40 meisjes. Hoofdonderwij
zer Plaatsman wilde met deze actie de
druk op het gemeentebestuur opvoeren.
Dat slechts één meisje les kreeg, was toch
niet te accepteren. De gemeente bleef
echter hardleers. Geen enkele actie volg
de. Steeds kwam zij met het argument dat
er geen leerkrachten waren te vinden voor
enkele lesuren. Eindelijk, in 1887, werd
onder dwang van de schoolopziener, een
bedrag van 100 opgenomen in de begro
ting voor het geven van lessen in nuttig
handwerken. Met dat al werd er nog
steeds geen les in dit vak gegeven.
Eindelijk in 1890 kon voor het eerst nuttig
handwerken worden gegeven. Buiten de
gewone lesuren gaf mejuffrouw De Win
ter les in dit vak. Voor de jongens werden
dan gymnastieklessen gegeven. Goed be
doeld, maar de praktijk was weerbarstig.
Deze gymlessen vonden plaats op het
schoolplein. Omdat de nodige kennis ont
brak, bleven deze lessen veelal beperkt tot
rek- en strekoefeningen en eindloze rond
jes lopen op het schoolplein. Bij slecht
weer bleven de kinderen noodgedwongen
binnen. Kortom het bleef een bord met
hakkels.
i’ i -
Inniin sdiuulbqueli, beluunbe ulijl en i|ueö i|i'i>riti|,
H -y.
q
-j.
v/
t'O’
e i 1 t 5t 11 -