‘Kom d’r uit, darmen!’
43
met de paarden het land op. De liefde voor
paarden had hij van zijn vader meegekre
gen en doordat hij vakwerk afleverde,
bouwde hij een vaste klantenkring op. Een
buitenkansje kwam nadat de Wieringer-
meer was drooggelegd. Een paar jaar kon
hij daar met zijn paarden en ploeg aan de
slag en verdiende op die manier in de
magere crisisjaren een extraatje voor het
gezin. En dat was extra welkom omdat
de kooloogst in 1935 volledig mislukte
door de, bij de tuinders zo gevreesde,
draaihartigheid.
Gezocht werd naar vers bouwland en dat
werd gevonden bij Jaap Tiel in Anna
Paulowna waar enkele bunders konden
worden gehuurd. De oorlogsjaren kwa
men ze heelhuids door. Sensatie gaf de
komst van een grote vrachtwagen van Piet
Mijts uit Alkmaar. Tot grote verbazing van
de kinderen en de buren werd de hele
hooioogst van Adam Bruin om en over de
wagen heen opgetast. Daardoor bleef de
auto uit de handen van de Duitsers en kon
deze na de bevrijding door Piet Mijts weer
worden opgehaald.
Grote zorgen maakten Adam en Neeltje
zich over hun zoon Klaas. In het laatste
oorlogsjaar werd hij opgeroepen voor de
Arbeidsdienst in Duitsland. Kort werd
overwogen voor hem een onderduikadres
te zoeken maar de naam ‘Bruin’ was bela
den. De Duitsers hadden al eens alle Brui-
Op 2 juni 1948 was het feest aan de
Veluweweg. Op die dag trouwden Adam
Bruin, 26 jaar oud, met Alie Broersen.
Zijn zusters Anna, Corry, Gré en Nel en
broer Dirk waren hem in de echt al voor
gegaan. Drie maanden later volgde Vroon.
Alleen Klaas was nog vrij man en woonde
bij zijn ouders.
Het ouderlijk huis aan de Veluweweg was
groot genoeg-om woonruimte te bieden
aan het jonge stel. Adam en Alie verbouw
den het achterdeel van het pand tot woon
ruimte. Adam sr. en zijn vrouw Neeltje
woonden vóór en Adam jr. en Alie achter.
Vader Adam was inmiddels 66 jaar en kon
het wat rustiger aan doen. De zonen Klaas
en Adam zetten het bedrijf voort. Klaas
nen bij een razzia verzameld en om hen nu
weer te tarten, dat durfden ze niet aan.
Klaas vertrok en werd in het Ruhrgebied
te werkgesteld. Hij wist naar het reeds
bevrijde Zuiden te ontsnappen en kwam in
Noord-Brabant terecht bij de fam. Van der
Aa. Hij kon Waarland niet bereiken zodat
hij daar, bijna een jaar, noodgedwongen
moest blijven. Hij had ontzettend veel
heimwee naar zijn ouders, broers, zussen
en Waarland. Uiteindelijk kwam hij be
rooid en sterk vermagerd terug, uitgedost
in een afgedankt tenue van het Canadese
leger.
Familieportet: Boven
v.l.n.r.: Trien, Anne,
Dirk en Klaas.
Vervolgens: Corrie, Gré,
Nel, vader Adam, Vroon,
moeder Neeltje en Adam en
Jan.