Door ratten en muizen. Hendrik Wimmel uit Opdam. Na de tweede epidemie van runderpest in 1745 was de veestapel van Gerrit Oude- zoon meer dan gehalveerd. Grote stukken weiland werden niet meer begraasd en verwilderden. Zijn inkomsten waren bijna nihil. Ook de grondprijzen daalden schrik barend. Voor één morgen land betaalde men in 1650 f 1.500 en een eeuw later bijna f 100. Gerrit Oudezoon probeerde de teelt van uien, kool en kroten. Het was toentertijd niet gemakkelijk om aan zaad, planten en werkgerei te komen. Dikwijls mislukte de oogst of werd deze door ratten en muizen aangevreten. Hij moest wat bij verdienen; hij repareerde de vangpijpen in de oude eendenkooi en wist op deze ma nier in de herfst een flink aantal eenden te vangen. 11 roeden land’ kwamen toen volledig in bezit van Pieter Gerritsz. Oudezoon. In 1780 trouwde Pieter met Aagtje Jans Bleeker, ze kregen vier kinderen. Pieter kon het hoofd moeilijk boven water hou den, want in 1788 leende hij f 1.000 van Jan Sut uit De Zijpe, met als onderpand al zijn bezittingen. In de jaren daarna leende Pieter nog tweemaal f 500, maar gaf toen als onderpand ‘huijs, erve en kooij en 30 geersen’Blijkbaar had hij tweederde deel van zijn land moeten verkopen en daarna opnieuw moeten lenen. Na drie generaties was het echt gedaan met de rijkdom van de familie Oudezoon. In 1801 overleed Pieter Gerritsz Oude zoon op 46 jarige leeftijd. Onwetendheid, onnauwkeurigheid en het niet kunnen lezen en schrijven waren de oorzaken van verschrijvingen in de fami lie- en plaatsnamen. Wat blijkt namelijk Hendrik Wimmel is dezelfde persoon als Hendrik Winnips, die op 1 februari 1816 te Obdam is geboren. Zijn vader was Pieter Winnips en zijn moeder heette Trijntje Pieters Nieuw(e)boer Beemster. Beiden waren in 1823 overleden en de kleine Hendrik kwam bij zijn oom Jacob Nieuwboer in de Waarlandspolder wonen. Een fuik aan het eind van een der vangpijpen. 4) ab intestato: bij versterf of zonder testament. Aagtje Bleeker hertrouwde op 21 febr. 1805 met Jacob Nieuwboer uit Hoog woud. Bijna vijftien jaar later op 4 januari 1820 stierf zij. De gemeente Harenkarspel had in 1825 alle huizen met haar bewo ners geïnventariseerd. Bij nummer 98 lezen we: Jacob Nieuwboer Hoogwoud 50 jr. boer Hendrik Wimmel Opdam 10 jr. Trijntje Leenders Oude N. dienstbode Maartje Wever Oude N. dienstbode. ‘Op 19 julij 1758 compareerden voor Jacob Bregman en Jan Sant weesmeeste- ren deser Heerlijkheijt Haringcarspel de voogden Ariën Bregman en Ariën Swielder over Pieter Jacobsz. Oudezoon, en bragten alhier ter weesboek sijne vaste capitalen en bestaan in de navolgende effecten. Een huijs en erve met 98 geersen, 11 roeden land, staande en de gelegen in de Waardpolder, welk huijs en land bij Gerrit Jacobsz. Oudezoon sal worden gebruijkt om de jaarlijkse lasten ordente lijk gelijk een goed gebruijker verschul- digt is te doen, tot genoegen van de voog den, mits dat Pieter Jacobsz. bij hem sal blijven inwonen en door Gerrit Jacobsz. broederlijk sal worden onderhouden in kost, drank, klederen, e.a.’ 31 I Gerrit woonde met zijn vrouw, zoon Pieter en zijn ongetrouwde broer midden in de Waarlandspolder. In 1769 overleed Gerrit Jacobsz. Oudezoon. Zijn vrouw, Aaltje Barends, nam de leiding van het bedrijf op zich met daarbij de zorg voor haar veertienjarige zoon en haar minder begaafde zwager. Deze laatste had geen testament opgemaakt, wat blijkt uit een akte van 29 juni 1780. Hierin staat o.a.: 'Adriaan Bregman en Ariën Swielder in qualiteijt als voogdije over de goederen nagelaten door Pieter Jacobsz. Oudezoon en geërfd als enige erfgename ab intesta to “9 bij Pieter Gerritsz. Oudezoon. ‘De huijsmanswoning, de 98 geersen en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2000 | | pagina 33