Het spel van de vogelarij.
28
Gedeelte van de kaart van
Johannes Dou uit 1682.
Gedeelte uit de akte van
3 juni 1686.
‘Richting Nieuwepolder’ dat deze Johan
Duijck in 1632 de initiatiefnemer was tot
de drooglegging van de Schaeps Kuijl-
meer.
landt mette vogelkoij gelegen in ’t Waart-
land’.
De drie genoemde aktes en de kaart van
Johannes Dou uit 1682 leveren voldoende
bewijs, dat er in de Waarlandspolder een
eendenkooi stond, gelegen op de plek
nabij de eerder genoemde kruising. In
welk jaar de kooi is aangelegd en hoe lang
deze in gebruik was, blijven vooralsnog
onbeantwoorde vragen.
Aangenomen wordt dat eendenkooien een
Hollandse uitvinding zijn en dat ze onge
veer zevenhonderd jaar geleden zijn ont
staan. In de oude verhandeling ‘Jacht
Bedrijff’ uit 1635 staat een beschrijving
van een eendenkooi en de wijze van van
gen. In ruime mate van vrijheid wordt
deze Middelnederlandse tekst als volgt
vertaald.
Al het gevogelte, zoals wilde eenden,
talingen, pijlstaarten e.d., wordt in ons
land gevangen in vogelkooien. Het princi
pe van de kooi is eenvoudig; een plas met
wat bomen er omheen, gelegen in een rus
tig waterrijk gebied. Het merendeel van
de kooien is gegraven, maar soms ge
bruikte men een wiel die ontstaan is bij
een dijkdoorbraak. Rondom de kooi staan
lage bomen, zoals waterrijs, wilgen of
elzen.
De kooiker werkt met een eigen ‘stal’
tamme eenden. Meer dan een honderdtal,
die worden bijgevoerd met haver en gerst.
Deze tamme eenden zoeken ’s nachts hun
overig voedsel in de omgeving en lokken
wilde eenden mee naar de kooi. De lok
eenden blijven permanent bij de kooi en
samen met de kooiker en zijn hond ont
staat er het ‘spel van de vogelarij’.
De plas is rechthoekig en krap één hectare
groot, waarbij op de vier hoeken een
vangpijp is aangelegd. Dit is een dood
lopende sloot, die aan de begin enkele
meters breed is en naar het eind toe ver
smalt. Er zijn ook kooien met zes of acht
Ook in de Waarlandspolder bezat hij lan
derijen. In een koopakte van 15 mei 1650
lezen we over ‘De Middelgem’2) met een
totale oppervlakte van ‘16 morgen, 2
geersen, 11 snees, 4 roeden en 9 voet’ 3),
die in het noorden en in het oosten grens
de aan de ringsloot van de Slootgaert.
Verder wordt er in deze akte geschreven
over: ‘huijs, erf, saet-, rietland en bosch-
veld’. De Middelgem, toen in eigendom
van Johan Duijcks enige zoon en erfge
naam Adriaan, werd gekocht door IJsbrant
Adriaansz., die woonde aan de Blockhuij-
sen. Uit een akte van 24 januari 1686
blijkt dat uit de nalatenschap van Cornells
Adriaansz. Blockhuijs ‘De Middelgem
met huijs en vervallen vogelkoij’ is ver
kocht aan Johan Rooker te Calverdijk. De
bevestiging van deze verkoop vinden wij
in het oud-notarieel archief van Schagen.
Hierin lezen we dat op 3 juni 1686 Johan
Rooker eigenaar werd van het ‘huijs en
3) Oppervlaktematen in het
Geestmerambacht:
1 morgen 0,877 ha.
1 geers 1/3 morgen
1 snees - 1/12 geers -
244 nv
1 roede 1/20 snees
1 voet =1/4 roede.
2) Middelgem of-hem.
Hem: een door een sloot
omgeven stuk land of
woonplaats.
Crf
O
0°