SPOREN IN HET LAND.
Piet Kleverlaan
’De Middelgem’.
27
In 1999 beëindigden Jaap en Piet van Schagen hun bedrijf en verkochten ze het land
aan de Fa. Gebr. Pater Co uit Waarland. Om het 10 ha grote perceel geschikt te
maken voor de teelt van ijsbergsla moest het land opnieuw worden gedraineerd.
Midden in het land liep de draineermachine vast. Na wat graaf- en spitwerk kwam
een oude fundering van een huis of boerderij te voorschijn, én dat maakt een mens
nieuwsgierig.
Een vogelkooi in de Waarlands-
polder.
Kadastrale kaarten van latere datum si
tueren de ‘vogelcoij’ nabij de kruising
Smeetsweg met de Andries Dekkerweg.
De draineermachine is gestuit op funda
menten van een boerderij, die ooit bij deze
vogelkooi stond.
Een oude atlas hielp ons bij de zoektocht
naar sporen van bewoning op deze plek.
Op een kaart van Johannes Dou uit 1682
zien we de verschillende polders met hun
molens en boerderijen. Vrijwel alle huizen
en boerderijen zijn ingetekend langs de
ringsloten. Logisch, want de bewoners
waren in die tijd aangewezen op vervoer
per schuit. Veeteelt was de belangrijkste
vorm van bestaan met daarnaast wat tuin
bouw, visserij en jacht. Op de kaart van
Dou is in de Waarlandspolder een ‘vogel
coij’ getekend.
Verlijbrief. Van het
werkwoord verlijden:
een akte op laten maken.
In decemberl999 werden in
het land nabij de kruising
Smeetsweg-Andries
Dekkerweg sporen gevon
den van vroegere bewoning.
Lamoraal van Egmond was van 1541
1568 Heer van Harenkarpel en van
Oudkarspel. Hij was een van de eerste
slachtoffers van de Spaanse overheersing.
Tezamen met graaf Hoorne werd hij op 5
juni 1568 in Brussel onthoofd. Zijn eigen
dommen werden verbeurd verklaard en
kwamen bij de Staten van Holland. Begin
zeventiende eeuw raakte het graafschap
Holland volledig in verval. In 1613 wer
den de bezittingen openbaar verkocht; zo
verkreeg Adriaan Duijck de Heerlijkheid
Oudkarspel. Toen deze overleed ging het
leenrecht niet automatisch over op de erf
genaam. Zijn zoon Johan moest opnieuw
betalen voor de belening, waarna een
nieuwe verlijbrief werd opgemaakt. Na
ondertekening mocht deze zich officieel
‘Heere tot Outcarspel’ noemen.
In Toendertoid 16 lezen wij in het artikel
Verondersteld wordt dat in ons land de
eendenkooien in de 14e of 15e eeuw zijn
ontstaan. Waar de eerste hebben gestaan is
niet te achterhalen omdat de schriftelijke
bronnen ontbreken. Omstreeks 1550 wer
den de eerste voorschriften voor eenden
kooien uitgevaardigd. Deze waren nodig
omdat vogels schade toebrachten aan de
gewassen in de directe omgeving van de
kooi. De aanvraag voor een nieuwe kooi
moest toen worden gedaan bij de
Graavlijkheijdts Reekenkamer of bij de
plaatselijke ambachtsheer.
In registers van de oud-rechterlijke en
notariële archieven van de periode voor
1811 wordt niet geschreven over een ‘een
denkooi’ maar van een ‘vogelkoij’.