’t Sprongschot.
13
vaarwel moest zeggen en dat je niet meer
op het sportveld mocht komen. In die tijd
was het in zwang datje na je huwelijksdag
spoedig in verwachting was. Dan was het
spelen van wedstrijden risicovol en daar
om vaardigde de Bond deze regel uit. Wel
was het mogelijk dat je bestuurlijk bij de
club betrokken bleef, maar het handballen
in teamverband en uitkomend in officiële
wedstrijden was niet meer toegestaan.
De gemeente Harenkarspel gaf later toch
haar fiat aan een eigen sportcomplex voor
de handbalvereniging en verleende een
bijdrage in de kosten van 30.000. De
club moest zelf een bedrag van 40.000
Con Zelo handbal vierde
het tienjarig bestaan in
I960. Beneden v.l.n.r.:
Wil Dekker, Truus Smit,
Nel Groen, Riet Smit en
Jopie Groen.
Boven: Lou Kok, Vroon
Stoop, Carla Dekker.
Gré Pankras, Gitta Groen,
Truus Borst en Ria Groen.
te afleg- en opbaarruimte en bekeek met
het bestuur van Con Zelo handbal of er
mogelijkheden waren om samen te wer
ken. De oude ‘kerkestal’ zou dan worden
gesloopt. Op de vrijgekomen plek zouden
kleedkamers voor de handbalvereniging
komen en een mortuarium voor ‘Sint Pau
lus’. Daarbij zou een garage voor pastoor
Van der Meulen komen. Ook dit plan kon
geen genade vinden in de ogen van het
gemeentelijke college. Burgemeester Wes-
selink kwam met zijn bekende oplossing:
‘Bouw in de Woudmeer een mortuarium,
danjiebben Dirkshorn en Tuitjen-horn er
ook wat aan. Als gemeente hoeven dan
maar één keer bij te dragen in de kosten.
Beginjaren ’70 kwam het bestuur van
Dorpshuis Waarland met een initiatief om
op het land van Jan Schouten, aan de over
zijde van het Dorpshuis, een sportaccom
modatie te realiseren met verharde hand-
balvelden, een derde voetbalveld, tennis
banen en een trapveldje voor de jeugd van
het dorp. Daarmee wilde het bestuur van
het dorpshuis de sportaccommodaties bin
nen Waarland rond dit gebouw concentre
ren. Dorpshuis Waarland zou daarmee het
kloppend hart van het dorp kunnen blij
ven. Dit plan viel niet in goede aarde bij
het college van Burgemeester en Wet
houders van de gemeente Harenkarspel.
In de zomer van 1972 werd er door het
bestuur van de handbalvereniging een
bezoek gebracht aan het college van
B.&W. van Harenkarspel. Het was burge
meester W. Wesselink die zijn ‘stokpaard
je’ weer van stal haalde. ‘Bouw een sport
complex in de Woudmeerpolder, dan kun
nen ook de verenigingen uit Dirkshorn en
Tuitjenhorn er optimaal gebruik van ma
ken en zijn de lasten voor de gemeente
aanzienlijk beter te dragen.’ Dat stand
punt werd door de burgemeester dikwijls
verkondigd. Voor het gebied van Haren
karspel was hij burgemeester van vier dor
pen, Dirkshorn, Kalverdijk, Tuitjenhorn
en Waarland. Als alle plannen in de
Woudmeerpolder zouden worden gereali
seerd, dan was de onderlinge afstand van
uit de dorpen tot de accommodaties nage
noeg gelijk. Het handbalbestuur zag niets
in deze woeste plannen van de burgerva
der en zette alles op alles om in eigen dorp
een sportcomplex van de grond te krijgen.
Maandag 21 augustus 1972 was er een
bespreking met het bestuur van begrafe
nisvereniging ‘Sint PaulusDe uitvaart
vereniging was op zoek naar een geschik-
Verharde handbalvelden en een
eigen clubgebouw.