Op de kiek. I Riet Wever-Appel. 8 Déérzo staan ze den de manne in de bedding van de sluis. Barre groósk wat hierzo bouwd wordt, deuze deurvaart dicht bai huis. Jare later, ’t land verkaveld, de waterloup die is verloid. Sluiswachters benne niet meer nodig, hillegaar 'n are toid. Tuinders vare met hun handel nei de voiling, keer op keer. ‘Skutte roepe ze van verre en de sluis die werkte weer. De eerste steen van de sluis werd in 1911 gelegd. Beneden v.l.n.r.: Jacob Krabman, Cees Zut, Piet Smit (met baardje) Andries Dekker (met bolhoed), burgemeester Jan Burger (eveneens met bolhoed), S. Ligthart (met baard), Jan Bakker Jzn., dijkgraaf Piet Nieuwboer, schuin daarachter Jan Borst, Arie Kroon en Jan Wartenhorst (architect) te Dirkshorn. Links op de helling als tweede Gert Pater en met stok A.K. de Jong. Helemaal achteraan: molenaar Piet Noordstrand met zijn dochtertje Trien (Trien Groot-Noordstrand) op de arm. Vóór Piet Noordstrand staat Jan Mul, links daarvan Willem Mooi en Arie Mul; vóór Arie Mul staat Simon Jaspers. D 'r werd hakt met bijl en moker, an die klus kwam nooit ’n end. Nou staan altoid nag de wande, niet in water, maar in grent. Ok de sluis die most verdwoine, ’t is te bot, zo stoer en sterk. Dut brok erfgoed hier in Waarland, ’n pracht stukkie mensenwerk. Den droom ik dat ooit de toid komt, de sluis herbouwd wordt net als toen. En de molen an 't water weer gewóón z’n werk ken doen. 1 W' - I

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2000 | | pagina 10